Bijeenkomst 5 - Spelling

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taaltoetsende of taalontwikkelende opdracht?
A
Taaltoetsend
B
Taalontwikkelend

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit: Brave hond! Stoute kat! Versjes over de aard van het beestje
Door: Bette Westera en Mies van Hout
(Boekenbingo 2022)

Slide 5 - Tekstslide

Twee gedichtjes: 
Stout
Ik knabbel aan de planten
en ik krabbel aan de bank.
Ik klauter op de kast
en mep de kopjes van de plank.

Ik jaag op vlugge vlinders,
en op muizen in de schuur.
Ik gooi een vaas aan stukken 
(en die vaas was nogal duur).

Ik gooi de doos met brokjes 
van het aanrecht op de grond.
De vloer ligt vol met kattenvoer,
ik eet mijn buikje rond.

Ik lebber van je melk
en lik de boter van je brood.
En straks lig ik gewoon weer
lief te spinnen op je schoot.

De kat


Braaf
Het baasje roept: zit!
En ik zit.
Het baasje roept: blaf!
En ik blaf.
Het baasje roept: uit!
En dan pak ik mijn riem
en ren ik op de achterdeur af.

Het baasje roept: lig!
En ik lig. 
Het baasje roept: graaf! 
En ik graaf.
Het baasje roept: geef!
En dan leg ik mijn bot
op de grond,
en het baasje zegt: braaf!

De hond
Stout en braaf!
De stoute kat krabt de krullen van de trap. Een stoute rat knaagt aan het graan in de wei. 
De brave hond luistert naar zijn baasje. Een brave eend waggelt voor de kleintjes uit naar de sloot. 

Maar wat doen het hert en het paard? Wie van deze twee is stout en wie is braaf?

Maak het werkblad.
 
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Maak het werkblad (+- 5 min) daarna kort bespreken. 
Stout en braaf! Maar nu twee!
  • Vergelijk de spelling van de brave dieren met die van de stoute dieren. Wat valt je op aan het enkelvoud (één) en aan het meervoud (twee)? 
  • Wat is de spellingsregel denk je?   

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stout of braaf?
  • Hoe zit het met het hert en het paard? Wie is stout en wie is braaf? 
  • Waarom denk je dat? Controleer het met de spellingsregel die je hebt bedacht.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taaltoetsende of taalontwikkelende opdracht?
A
Taaltoetsend
B
Taalontwikkelend

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Fonologisch principe
Het hoofdprincipe van de Nederlandse spelling. Elk foneem wordt door een apart grafeem weergegeven: je schrijft het woord zoals het klinkt.
Morfologisch principe
Daarnaast kennen we de regel van de gelijkvormigheid (je schrijft een woord/voor- achtervoegsel steeds op dezelfde manier: hond vanwege honden) en de regel van overeenkomst (als woorden op dezelfde manier worden gevormd, worden ze ook op dezelfde manier geschreven (grootte vanwege lengte).
Etymologisch principe
De geschiedenis van een woord is bepalend voor de schrijfwijze. We maken in onze schrijftaal verschil tussen ij en ei omdat er vroeger uitspraakverschillen bestonden.
Syllabisch principe
Syllabes of klankdelen van een woord zijn bepalend voor de spelling ervan. Eindigt een woorddeel op een lange klank, dan schrijf je die met één klinker, zoals in poot - poten (verenkelingsregel). Eindigt een woorddeel op een korte klank, dan volgen er twee medeklinkers, zoals in pot - potten (verdubbelingsregel).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Zoek in de teksten van deze leerlingen naar spellingsfouten. Zoek bij ieder principe minimaal één fout.

1. Fonologisch principe
2. Morfologisch principe
3. Etymologisch principe
4. Syllabisch principe

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hoofdprincipe van de Nederlandse spelling is:

A
je schrijft een woord zoals je het uitspreekt
B
je schrijft het woord zoals de regel het aangeeft
C
.    je schrijft een woord zoals door de overheid is vastgesteld
D
er is geen hoofdprincipe

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het correct spellen van woorden als ‘potten’ en ‘poten’ gebeurt volgens het:
A
fonologisch principe
B
morfologisch principe
C
etymologisch principe
D
syllabisch principe

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een leerling schrijft ‘bommen’ in plaats van ‘bomen’.
A
Hij maakt een oriëntatiefout.
B
Hij maakt een regelfout.
C
Hij maakt een fonetische fout.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs in taalbeschouwing (Van den Brand (2007))

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

De laatste jaren is de methode van Jose Schraven – ‘zo leer je kinderen lezen en spellen’ ontzettend populair geworden. Anna Bosman heeft haar methodiek onderzocht bij ZLMK-scholen. De methode blijkt effectief. Ook reguliere basisscholen die met de methode werken zijn blij met de methodiek en boeken goede resultaten. Jose Schraven werkt o.a. met klankgebaren zoals je in een van de filmpjes terugziet.​
Als je stage hebt gelopen op een school waar met Staal wordt gewerkt dan ben je bekend met deze methodiek. ​
Mocht dit niet het geval zijn, bekijk dan de filmpjes om een indruk te krijgen van deze methodiek. ​

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies