Wie reflecteert houdt zichzelf een spiegel voor. Je richt de blik naar binnen en stelt jezelf vragen: ‘Waarom reageer ik zoals ik reageer? Waarom handelde ik zoals ik deed? Wat wilde ik ermee bereiken?’ Je begint bij wat er gebeurde en welke signalen er waren waar je op reageerde. Dan sta je stil bij je gevoelens en gedachten en hoe je de regie nam over je reactie. Je kijkt ook naar de resultaten van je handelen.
Je kunt reflecteren op allerlei aspecten. Bijvoorbeeld over:
Hoe ga je om met familieleden en vrienden of situaties als vakantie, werk, rijgedrag etc..
Hoe doen je klasgenoten en je collega’s dat, welke gespreksvaardigheden gebruiken zij, welke keuzes maken zijn?
Hoe kun je samen met een klasgenoot, collega, vriend of familielid betere keuzes maken?
Slide 9 - Tekstslide
De opdracht
Wat betekent in jouw woorden reflecteren? En heb jij vaker gereflecteerd alleen of samen? Noem de situatie. Je hebt hiervoor 5 minuten de tijd.
Bespreek in jullie team de ingevulde reflectieformulieren. Zitten jullie op een lijn of hebben jullie verschil van mening? Je hebt hiervoor 15 minuten de tijd.
Presenteer aan de klas jullie Eiffeltoren en leg aan de hand van de ingevulde reflectieformulieren uit hoe jullie de samenwerking hebben ervaren. Je hebt hiervoor 5 minuten de tijd.
Kies met de klas welk team de mooiste toren en welk team de beste samenwerking heeft laten zien, dat kan een en hetzelfde team zijn maar hoeft niet!
Slide 10 - Tekstslide
Ranem
Selin
Aya H.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Farah
An
Esma
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Aya H.
Farhan
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Rovan'
Prince
Abdimalik
Abdulahi
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Reader
De reader is aangepast, omdat ik ziek ben geweest.
Er staan nu minder opdrachten in.
Deze moeten wel allemaal gemaakt worden!
Deadline voor de laatste twee opdrachten is 18 november.