*Spelling H3, havo 3

Spelling H3
- De schrijfwijze van getallen
- Herhaling werkwoordspelling 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spelling H3
- De schrijfwijze van getallen
- Herhaling werkwoordspelling 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze lessenserie weet je: 
- wanneer je getallen in letters of cijfers moet schrijven
- werkwoorden foutloos vervoegen

Slide 2 - Tekstslide

Filmpje
Filmpje Nieuw Nederlands 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Juist of niet juist?

bijna 93 miljoen euro
A
juist
B
niet juist

Slide 5 - Quizvraag

Juist of niet juist?

de 395ste voorstelling
A
juist
B
niet juist

Slide 6 - Quizvraag

Juist of niet juist?

dertig procent
A
juist
B
niet juist

Slide 7 - Quizvraag

Goede antwoord
30 procent

Slide 8 - Tekstslide

Juist of niet juist?

drie-en-een-half
A
juist
B
niet juist

Slide 9 - Quizvraag

Goede antwoord
drieënhalf

Slide 10 - Tekstslide

Juist of niet juist?

drievijfde van de mensen
A
juist
B
niet juist

Slide 11 - Quizvraag

Goede antwoord
drie vijfde van de mensen

Slide 12 - Tekstslide

Juist of niet juist?

Het duurt maar 2 uur.
A
juist
B
niet juist

Slide 13 - Quizvraag

Goede antwoord
Het duurt maar twee uur. 

Slide 14 - Tekstslide

Juist of niet juist?

om 15.00 uur precies
A
juist
B
niet juist

Slide 15 - Quizvraag

Juist of niet juist?

op 11 november 2014
A
juist
B
niet juist

Slide 16 - Quizvraag

Juist of niet juist?

twintig duizend
A
juist
B
niet juist

Slide 17 - Quizvraag

Goede antwoord
twintigduizend

Slide 18 - Tekstslide

Juist of niet juist?

vier vijfde regeling
A
juist
B
niet juist

Slide 19 - Quizvraag

Goede antwoord
viervijfderegeling

Slide 20 - Tekstslide

Juist of niet juist?

wel 305 koeien
A
juist
B
niet juist

Slide 21 - Quizvraag

Opdracht
Nieuw Nederlands online van spelling hoofdstuk 3:
Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 8, 9 en 10
Heb je geen laptop, dan vind je de opdrachten op blz. 98-101

Spelling H2: 1, 2, 3, 4, 7, 9 en 10

Slide 22 - Tekstslide