TH 3.1 t/m 3.4 oefentoets

OEFENTOETS
Hoi, maak deze toets achter elkaar, zonder boek google, zodat je echt ziet wat je al wel en niet snapt.

Weet je het echt niet, gebruik dan pas je boek

Aan het eind staat een linkje. Open deze en lever meteen daarna je oefentoets in
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

OEFENTOETS
Hoi, maak deze toets achter elkaar, zonder boek google, zodat je echt ziet wat je al wel en niet snapt.

Weet je het echt niet, gebruik dan pas je boek

Aan het eind staat een linkje. Open deze en lever meteen daarna je oefentoets in

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een prikkel
A
een elektrisch signaaltje door een zenuw
B
een verandering in de omgeving
C
een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
D
een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een impuls
A
een elektrisch signaaltje door een zenuw
B
een verandering in de omgeving
C
een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
D
een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen

Slide 3 - Quizvraag

Wat neem je waar met je lichtzintuig
A
de zon is warm
B
de smaak van patat
C
geur van parat
D
licht van een kaars

Slide 4 - Quizvraag

Tekst
licht zintuig
gehoor zintuig
reuk zintuig

tast zintuig

smaak zintuig

Slide 5 - Sleepvraag

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 6 - Sleepvraag

Welk woorden horen bij welk zintuig?
Het zicht
De tastzin
De reuk
voelen
zien
ogen
neus
ruiken
handen

Slide 7 - Sleepvraag

Je hebt verschillende zintuigen. Welk zintuig hoort bij het orgaan oog
A
gezichts zintuig
B
smaak zintuig
C
gehoor zintuig
D
reuk zintuig

Slide 8 - Quizvraag

Geef de juiste volgorde
A
Prikkel-zintuig-hersenen-reactie
B
Gedrag-hersenen-prikkel
C
Prikkel- zintuig- reactie-hersenen
D
Zintuig-reactie-prikkel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GEEN zintuig in je huid?
A
Warmte zintuig
B
Voelzintuig
C
Tastzintuig
D
Drukzintuig

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen zintuig?
A
Proeven
B
Weten
C
Ruiken
D
Horen

Slide 11 - Quizvraag

1: Het is een zintuig dat in de huid ligt en reageert
op kou
2: Een zintuig dat in de huid ligt en reageert op
warmte
A
1: Koude zintuig 2: Warme zintuig
B
1: Warme zintuig 2: Koude zintuig
C
De lederhuid
D
De opperhuid

Slide 12 - Quizvraag

In welk deel van je lijf beslis je wat je gaat doen na het ontvangen van een impuls

Slide 13 - Open vraag

Hoe komt het, dat als je in het koude zwembad springt en daarna subtropische, het warm voelt... en als je eerst in de hotwirlpool springt en daar na in het subtropische, het koud aanvoelt. Leg uit

Slide 14 - Open vraag

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 15 - Quizvraag

Je oog is een ...
Het ligt komt binnen op je....
Diepte zie je als met ... kijkt.
A
prikkel - pupil - 1 oog
B
zintuig - pupil - twee ogen
C
prikkel - netvlies - 1 oog
D
prikkel - netvlies - twee ogen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van het harde oogvlies?
A
Het vochtig houden van het oog.
B
Het geven van bescherming aan het oog.
C
Het geven van voedingsstoffen aan het oog.
D
licht opvangen met de zintuigcellen

Slide 17 - Quizvraag

De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 19 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog komt een lichtstraal het eerst tegen als deze het oog in 'valt'?
A
Pupil
B
Lens
C
Hoornvlies
D
Netvlies

Slide 20 - Quizvraag

Het netvlies is de buitenste laag van je oog
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet het gekleurde deel in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Hoornlaag
D
Netvlies

Slide 22 - Quizvraag

Welk nummer brengt voedingstoffen naar het oog?
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 23 - Quizvraag

De lens van het oog heeft altijd dezelfde vorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet de doorzichtige vloeistof waarmee het oog is gevuld?
A
vaatvlies
B
traanvocht
C
hoornvlies
D
glasachtig lichaam

Slide 25 - Quizvraag

In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?
A
In het vaatvlies
B
In het netvlies
C
In het harde oogvlies

Slide 26 - Quizvraag

Pietertje loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 27 - Quizvraag

Op het netvlies zitten staafjes en kegeltjes. Wat nemen deze waar?

A
Kegeltjes nemen kleuren waar, staafjes licht
B
Kegeltjes nemen 'normaal' licht waar, staafjes kleuren

Slide 28 - Quizvraag

Je steekt de weg over en hoort een brommer aankomen. Je springt snel opzij. Wat gebeurde er in het gehoorzintuig?

A
Het zintuig ontvangt de prikkel en stuurt deze weg
B
Het zintuig ontvangt de prikkel en maakt een impuls
C
Het zintuig ontvangt een impuls en stuurt deze weg
D
Het zintuig ontvangt een impuls en maakt een prikkel

Slide 29 - Quizvraag

Bij welk(e) nummer(s) hoort prikkel te staan?

Slide 30 - Open vraag

Je bent in huis en je ruikt gas, wat gebeurt er achtereenvolgens?
1
2
3
4
5
Je wordt je bewust van de geur
je sluit de gaskraan
hersenen sturen een opdracht naar je spieren
Geurmoleculen komen op je neusslijmvlies
je reukzintuig stuurt een impuls naar de hersenen

Slide 31 - Sleepvraag

Geef de naam van nummers 1,2,6,8

Slide 32 - Open vraag

Tomas is op vakantie in de bergen en geniet van het uitzicht. Dan kijkt hij op zijn wandelkaart om te zien hoe hij verder moet lopen. Wat gebeurt er in zijn ogen om de kaart te kunnen lezen?

A
kringspiertjes trekken samen,
B
straallichaam trekt samen
C
kringspiertjes ontspannen
D
straallichaam ontspant

Slide 33 - Quizvraag

Mo ziet niet goed. Veraf is alles onscherp. Bij hem
A
Is de oogbol te lang, hij heeft een + bril nodig
B
is de oogbol te lang, hij heeft een - bril nodig
C
is de oogbol te kort, hij heeft een - bril nodig
D
is de oogbol te kort, hij heeft een + bril nodig

Slide 34 - Quizvraag

Geef de naam functie van onderdelen 2 en 4

Slide 35 - Open vraag

wat is de eenheid waarin toonhoogte wordt gemeten?

Slide 36 - Open vraag

De gewone dwergvleermuis maakt voortdurend geluidjes van 45000 tot 50000 Hz. Deze geluidjes gebruikt hij als een soort sonar. Welke andere dieren uit de afbeelding op de vorige dia kunnen deze toon horen?

Slide 37 - Open vraag

Faith is verkouden. Ze klaagt dat haar eten nergens meer naar smaakt. Leg uit hoe dat komt.

Slide 38 - Open vraag

Faith is verkouden. Ze klaagt dat haar eten nergens meer naar smaakt. Geef een voorbeeld van 2 voedingsmiddelen waartussen ze nog wel verschil proeft

Slide 39 - Open vraag

Hoe blijf je in evenwicht nadat je lichaam opzij beweegt?
Zet de nummers van de stappen hieronder in de juiste volgorde.
1 De vloeistof in de halfcirkelvormige kanalen beweegt.
2 Er gaan impulsen via de evenwichtszenuw naar de hersenen.
3 Je staat uiteindelijk weer recht.
4 De haartjes van de zintuigcellen bewegen.
5 De hersenen sturen impulsen naar de juiste spieren in je lichaam.

Slide 40 - Open vraag

Mensen met maar 1 oog hebben meer moeite met tennissen dan mensen met 2 ogen. Leg uit hoe dat komt.

Slide 41 - Open vraag

Goed gedaan!
Goed dat je de oefentoets gemaakt hebt. Hiermee heb je het hoofdstuk zintuigen in principe afgesloten qua theorie. Als na het nakijken blijkt dat je de stof nog onvoldoende beheerst volgt een extra opdracht.


Open de link op de volgende website en maak ook die oefentoets.
Als je de link eenmaal hebt geopend, lever dan deze toets in.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link