Maria verwacht een kindje
Maria was in verwachting. Ze zou een baby krijgen. Elke dag droomde zij van haar kind. Het zou ongetwijfeld een jongetje zijn.
Maria was een gelovige vrouw. Zij zou daarover vertellen aan haar kind. Ze zou vertellen dat God de mensen graag ziet. En ze zou haar zoon leren dat het goed is om zelf ook de mensen graag te zien. Ze zou vertellen over grote voorbeelden als Mozes, Jakob en koning David, mensen die elk op hun eigen manier de liefde van God aan hun medemensen hebben getoond.
Maria had ook een naam voor haar zoon: Jezus. Die naam betekent: God redt. Die naam drukte uit hoe zij haar kind wou opvoeden: als een echt kind van God. Later heeft men Jezus dan ook 'Zoon van God' genoemd.
Soms was Maria ook wel bang. Zou ze het allemaal wel aankunnen? Maar een vriend stelde haar gerust. Een moeder die op die manier voor haar kind wil zorgen, wordt zeker door God geholpen. God zou haar niet in de steek laten. Die vriend heette Gabriël. Maria noemde hem 'een engel'; omdat hij zo goed kon vertellen over God en haar vertrouwen in God kon versterken.
Zo kon Maria bidden: "God, ik wil mijn kind laten opgroeien zoals jij het wil. Help mij daarbij." (Luc Maes)
5. Met de kinderen kan je daarna nagaan of de droom van Maria is uitgekomen. Heeft Jezus later geleefd zoals Maria gedroomd had? Uiteraard horen daar voorbeelden bij uit de Jezusverhalen die de kinderen al kennen.
Jezus' geboorte in de koran
De koran erkent Maria als moeder van Jezus (Isa), maar niet als 'moeder van God'. Moslims noemen haar een bijzonder deugdzame vrouw.
Het koranverhaal over Jezus' geboorte vermeldt dat een engel aan Maria de geboorte van Jezus aankondigt.