Schrijven H2 - vaste structuur

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom A3B!

Ga rustig zitten.

Pak je spullen.

Telefoon op stil & in je tas.

Doelen

• Ik kan verschillende tekststructuren herkennen.
  (Lezen H2)
• Ik kan de structuur aanpassen aan het doel van de tekst. (Schrijven H2)

Wat gaan we doen? (50 min.)

1. huiswerk checken                   5 min.
2. terugblik lezen H2                  5 min.
3. uitleg schrijven                       10 min.
4. Zelfst. werken                         20 min.
5. Doelen bereikt?                         5 min.

terugblik: tekststructuren

1. argumentatie
2. aspecten
3. verklaring
4. voor- en nadelen
5. probleem-oplossing
6.  verleden-heden(-toekomst)
7. vraag-antwoord

startopdracht

• noteer vier (deel-)vragen bij het onderwerp 'geschiedenis van de fiets' 
• bedenk een aandachttrekker
• welke tekststructuur past hierbij?
• Klaar? maak opdr. 1 en 2 (blz. 53)

Welkom A3B!

Ga rustig zitten.

Pak je spullen.

Telefoon op stil & in je tas.

Doel

• Ik kan de structuur aanpassen aan het doel van de tekst. (Schrijven H2)

In je agenda: woensdag 9 november boekverslag 1

Wat gaan we doen? (40 min.)

1. regels en afspraken               5 min.
2. huiswerk checken                   5 min.
3. uitleg 'bouwplan'                    10 min.
4. Zelfst. werken                         15 min.
5. Doelen bereikt?                         5 min.

extra belangrijk deze week

• Ik heb mijn telefoon op stil in mijn tas.
  

• Ik ben in het lokaal tijdens de les. [wc: begin en einde]
• Ik heb de juiste spullen bij me. [laptop]
  

werken met de laptop

--> hoe werk je met NN online?

• let goed op wanneer je afsluit ('bestede tijd')
• afgeraffeld = opnieuw
• langere teksten en formulieren krijg je geprint in de les; bewaar deze in je schrift
• evaluatiemoment: di. 4 oktober 

hw: opdracht 1 en 2 (blz. 53)

onderwerp & tekstdoel & hoofdgedachte

--> geschikte tekststructuur?

vóórdat je begint met schrijven

1. waar gaat je tekst over? (onderwerp)
2. wat wil je bereiken bij de lezer? (tekstdoel)
3. wat is het belangrijkste dat je gaat vertellen over het onderwerp? (hoofdgedachte)
4. maak een bouwplan
5. gebruik signaalwoorden

bouwplan

• kolom A: hoofdstructuur
• Kolom B: alineanummers
• Kolom C: bijv. anekdote, standpunt, argument 1, ...
• Kolom D: de inhoud in steekwoorden

populisme

opdracht 3 (blz. 53)

• documenteren = informatie opzoeken; ook bij 'overtuigen'!
• vul het bouwplan in op papier: einde van de les laten zien
• klaar?
  schrijf het middenstuk (huiswerk op laptop)
  schrijf daarna de inleiding en het slot
• geef elkaar feedback (geen huiswerk) 

Doel bereikt?

Bouwplan = af

Morgen: laptop mee!

Huiswerk: bouwplan + middenstuk bij opdr. 3 (blz. 53)