1KLT week 4

Maandag 
1. Even herhalen: esse en posse 
2. Huiswerk bespreken 
3. Een nieuw verhaal 
Lesdoel
Je kunt de vervoegde vormen van de onregelmatige werkwoorden esse en posse determineren en de betekenis ervan weergeven.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maandag 
1. Even herhalen: esse en posse 
2. Huiswerk bespreken 
3. Een nieuw verhaal 
Lesdoel
Je kunt de vervoegde vormen van de onregelmatige werkwoorden esse en posse determineren en de betekenis ervan weergeven.

Slide 1 - Tekstslide

1. Even herhalen

Lesdoel:
Je kunt de vervoegde vormen van de onregelmatige werkwoorden esse en posse determineren en de betekenis ervan weergeven.

Slide 2 - Tekstslide

potes
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
jij bent

Slide 3 - Quizvraag

estis
A
ik ben
B
jij bent
C
wij zijn
D
jullie zijn

Slide 4 - Quizvraag

sunt laeti
A
wij zijn blij
B
zij zijn mooi
C
zij zijn blij
D
jullie zijn blij

Slide 5 - Quizvraag

narramus
A
ik kan
B
wij kunnen
C
wij vertellen
D
wij zijn

Slide 6 - Quizvraag

tu magister es?
A
Ken jij de leraar?
B
Is hij de docent?
C
Ben jij de ouder?
D
Ben jij de leraar?

Slide 7 - Quizvraag

multi discipuli absunt
A
Veel leerlingen kunnen
B
Veel leerlingen zijn afwezig
C
Veel leerlingen zijn aanwezig
D
Veel leerlingen bestaan

Slide 8 - Quizvraag

Maak het rijtje af:
sum- es-...-...-...-...

Slide 9 - Open vraag

Verbuiging esse 
  • sum= ik ben
  • es= jij bent 
  • est= h/z/h/er is
  • sumus=wij zijn
  • estis=jullie zijn
  • sunt= zij zijn 
Verbuiging posse 
  • possum= ik kan
  • potes=jij kunt
  • potest=h/z/h/er kan
  • possumus= wij kunnen
  • potestis= jullie kunnen
  • possunt= zij kunnen

Slide 10 - Tekstslide

Nog een paar vormpjes 
  • ad-esse= aanwezig zijn, helpen
  • ab-esse= afwezig zijn, verwijderd zijn (denk: absentie)
  • super-esse=overblijven 

Slide 11 - Tekstslide

2. Huiswerk bespreken
Oefening 1 tot en met 3 

Slide 12 - Tekstslide

3. De Minotaurus (tekst 2.4) 
1. Introductie 
2. Filmpje 
3. Verhaal vertalen 
Lesdoel: je kunt aantonen dat je de leestekst begrijpt.


Slide 13 - Tekstslide

Intro
-oorlog Athene en Kreta
-koning Aigeus en Aithra
-Koning Minos en Pasiphaë
-Minotaurus 
-offeren
-Theseus 
-Ariadne 


Slide 14 - Tekstslide

Dinsdag: tekst 2.4
Vooraf: toetsstof 6 februari 
a. even herhalen: personen, gebeurtenissen
b. vertalen tekst 2.4 en vragen beantwoorden
 
Lesdoelen:
1. Je kunt Latijnse teksten ontleden en vertalen 
2. Je kunt aantonen dat je de leestekst begrijpt 

Slide 15 - Tekstslide

Woensdag 
1. Even herhalen: de godenwereld (quizje)
2. Uitspraak Grieks: p.7 
-eerst in tweetallen 
-dan klassikaal bespreken 
3. Intro lidwoorden 
4. Tekstje in het Grieks 

Lesdoelen: je kunt de uitspraak van Griekse woorden noteren. 
Je kunt mannelijke, vrouwelijke en onzijdige lidwoorden onderscheiden. 

Slide 16 - Tekstslide

Welke god is dit?
A
Ares
B
Hades
C
Hefaistos
D
Posiedon

Slide 17 - Quizvraag

Welke godin is dit?
A
Artemis
B
Hera
C
Pallas Athena
D
Hestia

Slide 18 - Quizvraag

Welk attribuut hoort NIET bij Hermes?
A
reizigershelm
B
speer
C
staf
D
vleugelschoenen

Slide 19 - Quizvraag

Waar is Apollo NIET de god van?
A
geneeskunst
B
handel
C
voorspellingskunst
D
zon

Slide 20 - Quizvraag

Van wie was Zeus de vader?
A
Hades
B
Apollo
C
Athena
D
Eros

Slide 21 - Quizvraag

Hoe gingen deze vragen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

2. Uitspraak Grieks: p.7
-eerst in tweetallen
-dan klassikaal bespreken 

Lesdoel: je kunt de uitspraak van Griekse woorden noteren. 

Slide 23 - Tekstslide

3. Lidwoorden 
Enkelvoud en meervoud 

Mnl, vrl, onz 

Lesdoel: Je kunt mannelijke, vrouwelijke en onzijdige lidwoorden onderscheiden.

Slide 24 - Tekstslide

4. Oefenen met lezen 
Tekstje op p. 8
-uitspreken 
-lidwoorden herkennen 
-vertalen 
Lesdoelen: je kunt de uitspraak van Griekse woorden noteren.
Je kunt mannelijke, vrouwelijke en onzijdige lidwoorden onderscheiden. 

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting 
Lesdoelen: je kunt de uitspraak van Griekse woorden noteren.
Je kunt mannelijke, vrouwelijke en onzijdige lidwoorden onderscheiden. 

Slide 26 - Tekstslide