Thema 4 bss 2 en 3 evolutietheorie en argumenten

Charles Darwin
Evolutietheorie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Charles Darwin
Evolutietheorie

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen : Je kunt...

  • beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt (geslachtelijke voortplanting, mutatie, natuurlijke selectie).
  • omschrijven wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie
  • omschrijven wat overeenkomsten tussen verschillende soorten hebben bijgedragen aan de evolutietheorie (verwantschap) 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is evolutie?

Slide 3 - Woordweb

12-februari: Darwin dag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is evolutie?
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderd en/of verdwijnen.

Slide 6 - Tekstslide

Veranderingen in genotypen
  • Populatie= een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich met elkaar kunnen voortplanten.
  • Nieuwe genotypen ontstaan(voortplanting & mutaties)
  • Diversiteit in een populatie

Slide 7 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Proces dat leidt tot het overleven van een organisme dat zich vergeleken met soortgenoten het best heeft aangepast aan de omgeving.

Slide 8 - Tekstslide

Natuurlijke selectie wordt bepaalt door:

  • Het genotype
  • Het milieu

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Isolatie
  • Ze kunnen niet meer voortplanten
  •  En geen vruchtbare nakomelingen krijgen
  • Twee soorten

Slide 11 - Tekstslide

Het onstaan van nieuwe soorten
  • Mutaties(verandering van het gen)
  • Verandering in genen = verandering fenotype
  • De meest aangepaste soort komen dan 
       het meest voor
  • Isolatie(twee soorten= twee populatie)


Slide 12 - Tekstslide

Nieuwe soorten ontstaan door:
A
variatie-natuurlijke selectie en isolatie
B
erfelijke variatie-natuurlijke selectie en isolatie
C
erfelijke variatie-natuurlijke selectie
D
natuurlijke selectie en isolatie

Slide 13 - Quizvraag

Als bij een soort veel verschillende genotypen voorkomen, heeft deze soort dan een kleine of een grote overlevingskans?
A
grote overlevingskans
B
kleine overlevingskans

Slide 14 - Quizvraag

Argumenten voor evolutie

Slide 15 - Tekstslide

Fossielen
zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten.

Slide 16 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw: homoloog
  • Verschillende functies
  • Dezelfde bouw
  • Gemeenschappelijke voorouder

Slide 17 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw: analoog
  • Dezelfde functie
  • Verschillende bouw
  • Geen gemeenschappelijke voorouder

Slide 18 - Tekstslide

Rudimentaire organen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

DNA

Slide 21 - Tekstslide

Verwantschap

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen vissen en amfibieën?
A
Vacht
B
Longen
C
nagels en klauwen
D
veren

Slide 23 - Quizvraag

Krokodillen zijn meer verwant met vogels dan met konijnen?

Slide 24 - Tekstslide

Krokodillen zijn meer verwant aan vogels dan aan konijnen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel olifanten leefden aan het begin van het plioceen

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel olifantensoorten leefden er aan het begin van het plioceen?
A
2
B
3
C
9
D
10

Slide 27 - Quizvraag

Zwijnen
Het dwergzwijn, het hertzwijn en het reuzenzwijn, wie is het meest verwant?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Het meest verwant zijn
A
dwergzwijn-hertzwijn
B
hertzwijn - reuzenzwijn
C
dwergzwijn - reuzenzwijn

Slide 30 - Quizvraag

Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten

Slide 31 - Quizvraag

Wat is evolutie?
A
Het ontstaan van de aarde
B
Het veranderen van soorten
C
Het ontstaan van nieuwe soorten
D
Het veranderen en ontstaan van nieuwe soorten

Slide 32 - Quizvraag

Geef aan wat je geleerd hebt deze les?

Slide 33 - Open vraag

De leerdoelen : Je kunt...

  • beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt (geslachtelijke voortplanting, mutatie, natuurlijke selectie).
  • omschrijven wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie
  • omschrijven wat overeenkomsten tussen verschillende soorten hebben bijgedragen aan de evolutietheorie (verwantschap) 

Slide 34 - Tekstslide