Mozes - les 1 (mavo)
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
In welk Bijbelboek staan de verhalen over de aartsvaders?
A
Exodus
B
Genesis
C
Mattheüs
Slide 7 - Quizvraag
De bijbel kent 3 aartsvaders. Wie is geen aartsvader?
A
Adam
B
Abraham
C
Izaak
D
Jakob
Slide 8 - Quizvraag
Van welke godsdiensten is Abraham de aartsvader?
A
Jodendom
B
Jodendom en Christendom
C
Jodendom Islam en Christendom
Slide 9 - Quizvraag
Hoe heet de zoon van Abraham en Sarah?
A
Izaak
B
Ismael
C
Jacob
Slide 10 - Quizvraag
Jakob moest vluchten voor zijn broer Ezau. Waarom?
A
omdat hij hem vieze soep had gegeven
B
omdat hij hem had bestolen
C
omdat hij zijn vader had bedrogen en de zegen van zijn broer had gestolen
Slide 11 - Quizvraag
Hoe is Jozef in Egypte gekomen?
A
Hij was de eerste Farao
B
Hij is verkocht door zijn broers als slaaf
C
Zijn vader heeft hem daar naartoe gestuurd
Slide 12 - Quizvraag
Waarom is Jozef niet boos op zijn broers?
A
Hij houdt nog steeds heel veel van ze
B
Hij was stiekem blij om naar Egypte te gaan
C
Hij gelooft dat God met alles een plan had
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Hoe wordt de familie van Jakob ook wel genoemd in Egypte?
A
Israëlieten
B
Hebreeërs
C
Joden
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent het boek Exodus?
A
Uittocht
B
Intocht
C
Doortocht
Slide 16 - Quizvraag
Waarom werden de Hebreeërs onderdrukt in Egypte?
A
Het volk werd te groot
B
De farao kende Jakob en Jozef niet meer
C
De farao was bang dat ze Egypte zouden overnemen
D
Alle drie zijn waar
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat is de oplossing van de rebus?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Wie was Mozes?
A
Een oude boer op het platteland
B
Een Joods jongetje in de Nijl
C
Een koning in Amerika
Slide 21 - Quizvraag
Waarom moest Mozes vluchten?
A
Hij kwam in opstand tegen de farao
B
Hij had iemand gedood
C
Hij had geen geld meer
Slide 22 - Quizvraag
Hoe werd Mozes door God (JHWH) geroepen?
A
Hij hoorde een stem in de woestijn
B
Hij hoorde een stem in een brandende braamstruik
C
Er kwamen 3 mannen bij hem op bezoek
Slide 23 - Quizvraag
De naam JHWH kunnen we het best vertalen met:
A
Ik zal er zijn
B
Ik ben God
C
Ik ben de Heerser
Slide 24 - Quizvraag
Wat moet Mozes samen met zijn broer Aäron in Egypte gaan doen?
A
Weer terugkeren in dienst van de farao
B
De Hebreeën vertellen wat ze verkeerd deden
C
Bij de farao eisen dat hij de Hebreeuwse slaven laat gaan.
