Noteer over welk soort werkloosheid het gaat en motiveer waarom!
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Willy Naessens wil dat de overheid maatregelen neemt om de kosten voor de bedrijven te verlagen. Dat is in het voordeel van de bedrijven, en ook in het voordeel van mensen die een baan zoeken. Door welke overheidsmaatregelen gaan de kosten van bedrijven omlaag? Je moet 2 antwoorden geven.
A
Het verhogen van de belastingen.
B
Het verlagen van de werkgeversbijdragen.
C
Het verlagen van de subsidies.
D
Het verlagen van de uitgaven voor het openbaar vervoer.
Slide 14 - Quizvraag
Hassan werkt in de kantine van een sporthal met sauna en fitnesscentrum. Het is een leuke baan met één nadeel: hij is elk jaar een tijdje werkloos. Met welke vorm van werkloosheid heeft Hassan te maken?
Slide 15 - Open vraag
De werkloosheid in België wordt voor een deel veroorzaakt door Belgische productie in het buitenland. Lees het krantenbericht hierover. Welke vorm van werkloosheid ontstaat er door productie in lageloonlanden?
Slide 16 - Open vraag
Niels heeft jaren achtereen als buschauffeur toeristen naar Spanje gereden en uit Spanje teruggebracht. Hij werd ontslagen toen het aantal boekingen van busreizen naar Spanje sterk daalde. Tegelijk met hem werden veel mensen in de reisbranche ontslagen, omdat veel mensen toen op hun vakantiebudget bezuinigden. Door welk verschijnsel op de arbeidsmarkt is Niels werkloos?
A
Conjuncturele werkloosheid.
B
Frictiewerkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Structurele werkloosheid.
Slide 17 - Quizvraag
Soms gaat het een tijdje goed met de bedrijven en dan volgt er een periode waarin het minder goed gaat. Je merkt dat bijvoorbeeld aan de omvang van de werkloosheid en de omvang van de economische activiteit.
Wanneer is er sprake van een hoogconjunctuur?
A
Werkloosheid = hoog
Econom. act. = hoog
B
Werkloosheid = hoog
Econom. act. = laag
C
Werkloosheid = laag
Econom. act. = hoog
D
Werkloosheid = laag
Econom. act. = laag
Slide 18 - Quizvraag
Mila zoekt na zijn opleiding al naar werk.
A
Frictiewerkloosheid
B
Langdurige werkloosheid
C
Verborgen werkloosheid
Slide 19 - Quizvraag
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
conjuncturele werkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer de plek van de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele
Slide 21 - Quizvraag
W e r k l o o s h e i d
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Tekstslide
Oefening
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Overheidsmaatregelen
W e r k l o o s h e i d
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Federaal Minister van Werk
Vlaams Minister van Werk
Slide 32 - Tekstslide
Federaal Minister van Werk
David Clarinval
Vlaams Minister van Werk
Zuhal Demir
Slide 33 - Tekstslide
bedenk als Minister van Werk maatregelen tegen werkloosheid
Slide 34 - Woordweb
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Slide 37 - Tekstslide
OVERHEIDSMAATREGELEN CONJUNCTURELE WERKLOOSHEID
Totale vraag in een land: C + I + G + XM
C (particuliere consumptie) - verlagen van personenbelasting of BTW-tarieven
I (bedrijfsinvesteringen) - investeringssubsidies voor bedijven
G (overheidsinvestering) - investeringen infrastructuur/diensten (wegen, defensie)
B (export - import) - export stimuleren en import beperken
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
OVERHEIDSMAATREGELEN KWANTITATIEVE WERKLOOSHEID
Totale vraag in een land: C + I + G + XM
C (particuliere consumptie) - stimuleren deeltijdse arbeid
I (bedrijfsinvesteringen) - daling sociale lasten of loonsubsidies/belastingsvoordeel
G (overheidsinvestering) - aanwerven werklozen in overheidsdiensten