Mavo 4 §1.3

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welkom  

economen!

Bespreken huiswerk

Hoofdstuk 1

Inkomen en welvaart

1.1 Wat heb je te besteden?

1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

1.3 Wil je welvaart of welzijn?

1.4 Help, de prijzen stijgen!

Vandaag leer je:

1. Waarom we prioriteiten moeten stellen.
2. Wat schaars betekent.
3. Wat het verschil is tussen welzijn en welvaart.
4. Wat indexcijfers zijn en hoe we er mee moeten rekenen.

Kun jij alles kopen wat je wilt?

Geld

Tijd

Geld

Te weinig middelen? 

Wat kan je doen? 

• Prioriteiten stellen (=keuzes maken) wat je met je middelen (tijd en geld) wilt doen.

Wat valt hierbij vaak op:

• Meestal eerst primaire behoeften! 
• Iedereen maakt andere keuzes!

Opdracht: behoeften/ prioriteiten 

1. Schrijf 5 dingen op die je in de vakantie gekocht hebt.
   
2. Geef aan of je met deze aankoop een primaire of secundaire behoefte hebt bevredigd.
   
3. Geef met nummer 1 t/m 5 aan welke je het belangrijkst vindt. Nummer 1 is het belangrijkst, nummer 5 het minst. 
4. Wat valt je op aan je eigen lijst? 

Schaars

Wat bedoelen we in de economie met schaars?

Schaars

Wat bedoelen we in de economie met schaars?

In de economie is een product schaars als er (productie)middelen moeten worden opgeofferd om de producten te maken

• Vrije goederen
• Je hoeft er niets voor op te offeren om ze te bezitten
• zon, zee, lucht

Schaars en vrije goederen

Je hebt goederen nodig om in je behoeften te voorzien

• Schaarse goederen
• Er zijn middelen nodig om ze te maken

Welzijn en welvaart

Welvaart

Welzijn   

Welzijn en welvaart

Welvaart

Welzijn   

De mate je in je behoeften kunt voorzien

De kwaliteit van je leven. De mate waarin je je gelukkig voelt

Voorbeeld 

Dit jaar verdien je € 2300 bruto per maand. 

Vorig jaar verdiende je € 2000 bruto per maand. 

Hoeveel procent is je salaris gestegen?

(Nieuw - oud) : oud x 100%

Indexcijfer

Indexcijfer laat de (procentuele) verandering zien ten opzichte van het basisjaar. 

• Basis jaar = 100

Indexcijfer

Indexcijfer laat de (procentuele) verandering zien ten opzichte van het basisjaar. 

• Basis jaar = 100

Indexcijfer = nieuw getal : getal basisjaar x 100

Indexcijfer berekenen

Indexcijfer = nieuw getal ÷ getal in het basisjaar x 100

Voorbeeld

• In het basisjaar is de prijs van een spijkerbroek € 30. Vijf jaar    later is de prijs € 34.
• Het nieuwe indexcijfer is € 34 ÷ € 30 x 100 = 113,3.
  

1. Maak op blz. 29 opdr. 13-14-15

Wat vond jij van de lesstof?

<- lastig 

 of 

makkelijk ->

1. Maak op blz. 31 opdr. 12-13-14

Aan het werk!!

Iedereen: Maak vanaf blz. 18 opdracht 2-3-5-9-12

Vandaag hebben we geleerd:

1. Waarom we prioriteiten moeten stellen.
2. Wat schaars betekent.
3. Wat het verschil is tussen welzijn en welvaart.
4. Wat indexcijfers zijn en hoe we er mee moeten rekenen.