Begeleidende vaardigheden les 4 periode 2 2020

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
begeleidende vaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie met een de zorgvrager

Een goed gesprek

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
Deze les starten we met het doornemen van een aantal termen en ezelsbruggetjes.
  • Actief luisteren
  • Rustige houding 
  • Stellen van vragen
  • Gevoelsreflectie
  • Stilte in een gesprek
  • Parafraseren.


Daarna gaan jullie zelf aan de slag.

Slide 3 - Tekstslide

Een goed gesprek
Bij een goed gesprek is het belangrijk echt te luisteren. Tijdens het maken van de opdracht zie je het verschil.
Er zijn een aantal belangrijke ingrediënten
•Actief luisteren
•Rustige houding 
•Stellen van vragen
•Gevoelsreflectie

Slide 4 - Tekstslide

Hulpmiddelen bij een goed gesprek.
Ze volgen nu in het groot....

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Stilte in een gesprek
Een stilte heeft meestal een functie. Een zorgvrager gebruikt een stilte in een gesprek om verschillende redenen:
  • emoties verwerken;
  • gedachten op een rijtje zetten;
  • nadenken over de manier waarop hij het gesprek voort wil zetten;
  • aangeven dat hij het gesprek wil stoppen.

Slide 11 - Tekstslide

Parafraseren
Parafraseren lijkt op samenvatten……..maar…...
  •  je geeft niet alles kort weer wat een zorgvrager gezegd heeft.
  • Je geeft alleen de kern van het gesprek weer.
  •  Parafraseren is het weergeven van het belangrijkste onderwerp van het verhaal van de zorgvrager.
- Dus wat u zegt is…….

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg 4 lastige termen
Jullie gaan straks aan de slag met een Free elearning daar staan 4 termen in die jullie denk ik nog niet kennen.
Hier volgt de uitleg. Maak er voor het gemak een foto van....

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


                             
Expressief aspect: Gevoelens duidelijk laten blijken in een gesprek. Het gaat om wat je van jezelf laat zien. Verberg je jezelf of juist niet.

Slide 15 - Tekstslide



Bij het zakelijke aspect: gaat het om de inhoud van een gesprek. Het gaat om het taalgebruik, de structuur, of juist chaos in het gesprek. Hoe bondig het is, hoe wijd je uit met details en ook hoe aantrekkelijk je boodschap is.

Slide 16 - Tekstslide

Bij het relationele aspect gaat het erom of je in je formuleringen, mimiek, gebaren en gedrag laat zien dat je gesprekspartner een medestander of tegenstander is. Of iemand boven je staat, gelijk aan je staat of onder je staat.

                               Relationeel in relatie staan tot je gesprekspartner




Slide 17 - Tekstslide

Appeleren betekent: aanspreken
Het appellerend aspect  is de manier waarop je probeert het gedrag van je gesprekspartner te beinvloeden. Dit kan vrij direct zijn met bevelen, instructies, geboden en verboden. Maar het kan ook niet direct zichtbaar zijn door bijvoorbeeld het aanroeren van onbewuste gevoelens of subtiele manipulatie.

Slide 18 - Tekstslide

Jullie kunnen nu aan de slag met



https://www.zorgvoorbeter.nl/nieuws/test-ben-jij-goed-in-gesprek

https://free-learning.nl/modules/goed-in-gesprek/start.html

Slide 19 - Tekstslide