T4 H1 en H2 Quiz

Wat is mijn naam (van de docent Nederlands)?
Mw. Schipper
Mw. Schippers
Mw. De Schippers
Mw. De Schipper
1 / 15
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is mijn naam (van de docent Nederlands)?
Mw. Schipper
Mw. Schippers
Mw. De Schippers
Mw. De Schipper

Slide 1 - Poll


A
Een lang, saai verhaal
B
Een verzonnen verhaal
C
Een kort, leuk verhaaltje
D
Een waargebeurd verhaal

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
Een onderwerp van een alinea.
B
Een onderwerp van een tekst.
C
Een onderwerp dat gedeeld is.
D
Een deel van een onderwerp.

Slide 3 - Quizvraag

Het signaalwoord 'namelijk' hoort bij het tekstverband 'reden'.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 4 - Quizvraag

Noem een signaalwoord dat past bij het tekstverband 'tegenstelling'.

Slide 5 - Open vraag

beschouwen
vermijden
trachten
i.t.t.
ca.
beoordelen
ontwijken
proberen
in tegenstelling tot
circa

Slide 6 - Sleepvraag

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
De verbrandde taart
B
De verbrande taart
C
De taart verbrandt
D
De taart is verbrand.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe vind je de persoonsvorm (pv) in een zin?

Slide 8 - Open vraag

Op welke letter eindigt een onvoltooid deelwoord altijd?
A
-d
B
-t
C
-n
D
-e

Slide 9 - Quizvraag

De ... crimineel is verdwenen. (vluchten)
Wat vul je in?
A
gevluchte
B
gevluchtte

Slide 10 - Quizvraag

Het ... plafond is mooi geworden (witten).
Wat vul je in?
A
gewite
B
gewitte

Slide 11 - Quizvraag

Wat is goed gespeld?
A
langeafstandsloper
B
lange afstands loper
C
lange afstandsloper
D
langeafstands loper

Slide 12 - Quizvraag

Wat is goed gespeld?
A
drieduizendzeshonderd
B
drie duizendzeshonderd
C
drieduizendzes honderd
D
drieduizend zeshonderd

Slide 13 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
middelbare school diploma
B
middelbareschool diploma
C
middelbare schooldiploma
D
middelbareschooldiploma (alles aan elkaar)

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruik je 't ex-kofschip?
A
In de tegenwoordige tijd
B
In de verleden tijd

Slide 15 - Quizvraag