tekstbegrip oktober 2023

tekstbegrip
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

tekstbegrip

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  •  Hoofdgedachte,tekstverbanden en signaalwoorden, tekstdoelen, tekst en beeld.
  • H1 hoofd- en bijzaken en kernzinnen
  • H2 tekstverbanden en signaalwoorden (1)
  • H3 tekstverbanden en signaalwoorden (3)
  • Toetsweek Lezen H1 t/m 3

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp in een tekst?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Welke vraag stel je om het onderwerp van een tekst te vinden?
A
Wie/Wat + PV?
B
Waar gaat de hele tekst over?

Slide 5 - Quizvraag


Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een of een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.
D
In een alinea

Slide 6 - Quizvraag

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Welke functie heeft de inleiding NIET?
A
het onderwerp introduceren
B
aandacht trekken
C
de aanleiding voor het schrijven geven
D
een advies geven

Slide 7 - Quizvraag


Wat kun je NIET vinden in het slot?
A
een korte samenvatting
B
een anekdote
C
een conclusie
D
kijken naar de toekomst

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat geeft de hoofdgedachte van een tekst aan?
En waar staat deze in de tekst?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Antwoord

Hoofdgedachte: Het evenement Wild in the Streets wordt op 5 juli gehouden.

Slide 12 - Tekstslide

Abortus, rechtvaardig of niet?
Het aantal abortussen in Nederland is sinds 1993 met bijna 50% gestegen. Jaarlijks worden in ons land zo’n 18000 zwangerschappen afgebroken door middel van een kunstmatig opgewekte abortus, wetenschappelijk ook wel abortus provocatus genoemd. De meningen over abortus verschillen sterk. Deze uiteenlopende meningen zijn vaak het gevolg van                          verschillende ethische visies.                   

Slide 13 - Tekstslide


Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide


Welke tekstdoelen ken je tot nu toe?
A
informeren, amuseren en overhalen
B
informeren, amuseren, overhalen, uitleggen, activeren en betogen
C
informeren, amuseren, overtuigen en activeren
D
ik ken geen tekstdoelen

Slide 16 - Quizvraag

Een illustratie bij een tekst kan verschillende functies hebben: de tekst verfraaien, de aandacht trekken, de tekst verduidelijken en....
A
de tekst makkelijker maken
B
de tekst aanvullen
C
de pagina vullen
D
de tekst mooier maken

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide