H5 argumentatie deel 2


Welkom 
h5c!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
h5c!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerk bespreken
  3. Argumentatie
  4. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Indeling talkshows
Maandag 30 september
  • Talkshow 1: Stef, Louis, Wolf (geld naar defensie)
  • Talkshow 2: Jorn, Stijn, Tijl en Kemal (ChatGPT)
Donderdag 3 oktober
  • Talkshow 3: Brian, Sam S., Mees en Thomas (vuurwerk)
  • Talkshow 4: Jasmijn, Shirley, Tessa en Bram (fatbikes)
Maandag 7 oktober
  • Talkshow 5: Yassine, Sam Z., Jochem en Marten (werkimmigranten)
  • Talkshow 6: Meryem, Tasnim, Roos, Myrthe en Veerle (vapes)
Donderdag 9 oktober
  • Talkshow 7: Amber, Tirza, Fleur N., Fleur W. en Rosalie (Extinction rebellion)




Slide 4 - Tekstslide

Welke twee onderwerpen hebben jullie met je groepje gekozen?

Slide 5 - Open vraag

Welke vragen hebben jullie nog over de talkshow?

Slide 6 - Open vraag

Argumentatieschema's
= verband tussen standpunt en argument

Er zijn 4 soorten: 
  1. kenmerken (kenmerken, voor- en nadelen, voorbeelden)
  2. vergelijking
  3. causaliteit (oorzaak en gevolg, doel-middel)
  4. autoriteit

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken
Kenmerken = Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft een onderdeel van de groep dat kenmerk ook.

Zij is koopverslaafd, want zij koopt minstens één keer per week nieuwe kleren.

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken
Voorbeelden = Argumenten zijn gebaseerd op voorbeelden.

Irene is chaotisch. Gisteren had ze haar sportspullen thuis laten liggen, eergisteren was ze haar fietssleutel kwijt en vandaag liet ze haar brood op het aanrecht liggen.

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken
Voor- en nadelen = Hier wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen. Op basis daarvan wordt een oordeel uitgesproken.

Je moet stoppen met roken, want sigaretten zijn heel duur. (nadeel)
Laten we nu naar het strand gaan, want daar is het lekker rustig. (voordeel)

Slide 10 - Tekstslide

Vergelijking
Vergelijking = Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen. 

Het is niet raar dat ze in Brazilië op grote schaal oerwoud verbranden om landbouwgrond te creëren: in West-Europa hebben wij onszelf toch ook in de loop der jaren moeten ontwikkelen tot we een moderne samenleving zijn geworden?

Slide 11 - Tekstslide

Causaliteit
Oorzaak en gevolg = Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis.

Er zal in de toekomst minder geweld tegen hulpverleners zijn, want de straffen die opgelegd worden aan overtreders, zijn inmiddels veel zwaarder geworden.

Slide 12 - Tekstslide

Causaliteit
Doel-middelrelatie = Bij een doel-middelrelatie wordt het middel bewust ingezet; bij een oorzaak-gevolgrelatie leidt het een tot het ander op een natuurlijke wijze; middel = oorzaak; doel = gevolg

We willen laptops invoeren, dat is goed voor het zelfstandig studeren.

Slide 13 - Tekstslide

Autoriteit
- autoriteit = Een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of gezaghebbende.

De BOVAG heeft gezegd dat de Volvo S60 veel problemen heeft met de motor. Daarom ga ik die auto zeker niet kopen.



Slide 14 - Tekstslide

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Louis van Gaal en Marco van Basten zijn grote voorstanders van het invoeren van zuivere speeltijd bij het voetbal. Laten we er niet langer mee wachten: invoeren die handel.
A
autoriteit
B
voorbeeld
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking

Slide 15 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en/of nadelen
C
autoriteit
D
voorbeelden

Slide 16 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en/of nadelen
C
autoriteit
D
voorbeelden

Slide 17 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Volgens mij wordt het steeds moeilijker om in Amsterdam een betaalbare woning te kopen. Veel investeerders zetten hun geld niet meer op de bank, maar steken hun geld in woningen, die ze voor hoge prijzen verhuren.
A
autoriteit
B
voorbeeld
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking

Slide 18 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Aangezien scooterberijders een helm moeten dragen, lijkt het me niet meer dan logisch dat mensen die op een e-bike rijden dat ook moeten.
A
autoriteit
B
voorbeeld
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking

Slide 19 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en/of nadelen
C
autoriteit
D
voorbeelden

Slide 20 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen; de docenten in het voortgezet onderwijs kregen immers laatst ook niet meer salaris.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en/of nadelen
C
vergelijking
D
voorbeelden

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Talkshow voorbereiden
  • Je mag de rest van de les gebruiken om je talkshow voor te bereiden.
  • Kies gasten, kies een presentator, standpunten en argumenten, etc. 

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 30 september
  • Huiswerk: talkshow voorbereiden
  • Meenemen: leesboek en pen
  • Programma: 2 talkshows

Slide 24 - Tekstslide