In paragraaf 1.2 heb je geleerd dat de mens informatie beter onthoudt als die audio-visueel - dus via de oren én de ogen - wordt aangeboden. Wie daaruit de conclusie trekt dat studenten om die reden ook een voorkeur hebben voor het maken van kijk- en luistertoetsen boven schriftelijke toetsen, komt echter bedrogen uit. De meeste studenten hebben er ronduit een hekel aan. Het maken van een kijk- en luistertoets vraagt namelijk om een constante focus.
Zo moet je een kijk- en luistertoets goed voorbereiden. Je moet voorafgaand aan het maken van de toets de vragen bestuderen, tijdens het bekijken en beluisteren van het fragment aantekeningen maken en vervolgens - op basis van de opgeslagen informatie in je geheugen én je aantekeningen - verschillende vragen beantwoorden. Gelukkig mag je bij veel toetsen het fragment nogmaals bekijken, maar dat kan je niet continu doen, want dan kom je tijd te kort.