In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
Formules
oppervlakte = x straal x straal
omtrek = x diameter
Je mag bladzijde 73 als "spiekbriefje" gebruiken
π
π
Slide 1 - Tekstslide
Een cirkel heeft een straal van 80 cm. Hoeveel cm is de diameter?
A
40
B
80
C
160
D
kan niet
Slide 2 - Quizvraag
Je maakt een bijzettafel van een boomstam. De boomstam heeft een diameter van 30 cm. Hoeveel cm² is de oppervlakte van het tafelblad? Rond af op één decimaal. Gebruik een komma!
Slide 3 - Open vraag
Je maakt een bijzettafel van een boomstam. De boomstam heeft een diameter van 30 cm. Hoeveel cm is de omtrek van het tafelblad? Rond af op één decimaal. Gebruik een komma!
Slide 4 - Open vraag
Op de tafel zet je een dienblad met een straal van 10 cm. Hoeveel cm is de omtrek van het dienblad? Rond af op één decimaal. Gebruik een komma!
Slide 5 - Open vraag
Op de tafel zet je een dienblad met een straal van 10 cm. Hoeveel cm² is de oppervlakte van het dienblad? Rond af op één decimaal. Gebruik een komma!
Slide 6 - Open vraag
De sproeier van de sproei-installatie in de tuin draait rond en komt 5 meter ver. Hoeveel m² wordt besproeid?
Slide 7 - Open vraag
Je koopt een rond vloerkleed met een straal van 150 cm. Hoeveel m² is de oppervlakte? Rond af op één decimaal. Gebruik een komma.
Slide 8 - Open vraag
Je koopt een rond vloerkleed met een straal van 150 cm. Hoeveel meter is de omtrek? Rond af op één decimaal. Gebruik een komma.
Slide 9 - Open vraag
Voor de voordeur heb je een halfronde deurmat liggen. De deurmat heeft een diameter van 90 cm. Hoeveel cm² is de oppervlakte? Rond af op één decimaal, gebruik een komma.