Nederlands les 4 - Gepast reageren

Les 3: 
Op een gepaste manier reageren



Efficiënt overleggen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 3: 
Op een gepaste manier reageren



Efficiënt overleggen

Slide 1 - Tekstslide

Wat loopt er goed of fout?
A
De leerling mag niet bij dat groepje komen staan.
B
De leerling onderbreekt de anderen.
C
De leerling onderbreekt de anderen zonder de beurt af te wachten
D
De leerling doet niets verkeerd.

Slide 2 - Quizvraag

Wat loopt er goed of fout?
A
Je mag niet zomaar een voorstel geven, want zo ondermijn je het gezag van de voorzitter.
B
Alleen de voorzitter mag een voorstel doen.
C
Hij onderbreekt de voorzitter.
D
Hij doet helemaal niets verkeerd.

Slide 3 - Quizvraag

Wat loopt er goed of fout?
A
Je wacht op reactie van de directeur.
B
Je had moeten kloppen.
C
Je had moeten kloppen en het woord vragen.
D
Je doet niets fout.

Slide 4 - Quizvraag

Wat loopt er fout? 
Bekijk het debat met Bart De Wever en John Crombez. Tijdens het bekijken moet je letten op foute lichaamstaal die niet past in een goed gesprek. 
Geef drie voorbeelden bij de vraag na het filmpje. 

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Som hier de drie voorbeelden op van foute lichaamstaal:

Slide 7 - Open vraag

Bekijk nu de volgende video. Hier vind je wel enkele voorbeelden van hoe een goed gesprek/debat moet gevoerd worden. Wat doen ze goed?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat verloopt loopt wel goed in dit debat?

Slide 10 - Open vraag

Met welk doel doen de sprekers deze uitspraken?

John Crombez (fragment 1): "Ik wil het kort even afmaken, want ik laat meneer De Wever ook uitspreken."
A
Hij wil Bart De Wever duidelijk maken (ironisch) dat BDW te veel onderbreekt.
B
John Crombez beseft dat hij BDW heeft onderbroken.
C
Hij wil gewoon het woord aan BDW geven.
D
John Crombez wil niet meer verder praten over het onderwerp.

Slide 11 - Quizvraag

Met welk doel doen de sprekers deze uitspraken?


Bart De Wever (fragment 1) lijkt, als het gaat over wat in het partijprogramma staat, niet op de vraag te antwoorden. De moderator vraagt: "Kan u antwoorden op de vraag?" Bart De Wever antwoordt: "Ja, als ik iets mag zeggen."
A
BDW wil duidelijk maken dat hij niet aan het woord mag komen.
B
BDW heeft de vraag niet gehoord.
C
BDW wil nog iets toevoegen aan het gesprek.
D
Hij wil gewoon de vraag ontwijken.

Slide 12 - Quizvraag

Bart Somers (fragment 2) zegt: "Oké, als ik even mag uitleggen?" wanneer Tom Van Grieken hem onderbreekt.
A
Bart Somers wil het woord terug, want TVG had hem onderbroken.
B
Bart Somers wil gewoon het woord overnemen en beleefd zijn.
C
BS heeft het gevoel dat hij niet aan het woord kan komen.
D
Bart Somers wil gewoon beleefd zijn.

Slide 13 - Quizvraag

Manieren op iemand over zijn onhoffelijk gedrag aan te spreken.
  • Je maakt beleefd duidelijk dat je nog niet was uitgesproken, bv. "Sorry, maar wil u me even laten uitspreken, alstublieft?"
  • Je geeft beleefd maar expliciet aan dat iemand gedrag niet gepast is, bv. "Ik vind het niet gepast dat u me voortdurend onderbreekt."
  • Je vraagt iemand om niet naast de kwestie te antwoorden. Dat kan door de vraag te herhalen. Bv. "Sorry, ik vroeg... Kan u daarop antwoorden?"

Slide 14 - Tekstslide

Flops 
Tips
Vraag beleefd het woord
Als je snel iets wil toevoegen aan het gesprek, doe je dat gewoon. 
Begin met praten na een gebaar of pauze van de andere. 
Onderbreek de andere niet. 
Als je niet wil antwoorden, zwijg je gewoon. 

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Video

Bekijk volgend interview met Ish Aït Hamou. Noteer dan drie voorbeelden van actief luisteren.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Nog dit: bevestiging vragen
  • De interviewster gaat op zoek naar bevestiging van haar uitspraken bij de geïnterviewde. Dit doet ze op volgende manier: 
  • Door zinnetjes toe te voegen zoals bv. "Als ik het goed heb". (zie zin: "De klik is bij jou gekomen ca. 4 jaar geleden ... als ik het goed heb hé...?")

Slide 19 - Tekstslide

De interviewster parafraseert (3'40") door te zeggen: "Dus je begint aan een verhaal met die achtergrond." Wat betekent parafraseren? Wat is het nut hiervan?

Slide 20 - Open vraag

Een korte samenvatting

Slide 21 - Tekstslide

THE END
Op Smartschool bij het vak Nederlands kan je de verbetersleutel terugvinden van deze les. Het gaat over Deel 3 les 3: Gepast reageren. 

Slide 22 - Tekstslide