KW1C - Coaching - Netwerken

Netwerken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
sociale vaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Netwerken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet wat netwerken is
  2. Je weet hoe jouw netwerk eruitziet
  3. Je hebt een idee hoe je jouw netwerk kunt gebruiken bij het
  4. zoeken naar een baan;
  5. Je weet hoe je jouw netwerk kunt uitbreiden.

Slide 2 - Tekstslide

Netwerken,
wat gok je dat het is?
of weet je er al vanaf?

Slide 3 - Woordweb

Netwerken is.....

Slide 4 - Tekstslide

Netwerken - Hulp staat centraal
  • Netwerk, een soort spinnenweb van mensen
  • Iedereen naar wie jij toe kan met een hulpvraag zit in jouw netwerk.
  • Netwerk zorgt voor tips, informatie en nieuwe contacten.
  • Het doel van netwerken is om kennis, informatie en contacten te delen met anderen in het netwerk.

Slide 5 - Tekstslide

Netwerk  onderhouden
  • Zorg voor regelmatig contact met jouw netwerk.

  • Zorg dat jouw netwerk betrouwbaar is.

  • Het is niet alleen nemen maar ook geven!

Slide 6 - Tekstslide

Digitale Netwerken
  • Facebook 
  • Instagram
  • Twitter
  • Snapchat
  • Whatsapp
  • Linkedin

  • Pinterest
  • Google+
  • Teams

Slide 7 - Tekstslide

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Je weet niet wat je moet doen voor school. Aan wie kan je vragen wat het huiswerk is?

Slide 9 - Woordweb

Stel je moet een kast verplaatsen die te zwaar is voor jou alleen. Wie vraag je om hulp?

Slide 10 - Woordweb

Je zoekt hulp bij je opleiding.
Bij wie klop je aan?

Slide 11 - Woordweb

Je zoekt een stage/werkplek in de techniek. Bij wie klop je aan?

Slide 12 - Woordweb

Aan de slag

Slide 13 - Tekstslide

Jouw netwerk in kaart brengen
  1. Pak een vel papier
  2. Schrijf in het midden 'IK’ of je naam
  3. Van daaruit maak je de verbindingen met mensen die jij kent. Schrijf hun naam op (denk ook aan mensen uit het verleden, ook al heb je er geen contact meer mee). 
  4. · Schrijf onder hun naam op waar ze werken.
    (Dat zijn bedrijven waar je contact mee kunt hebben.)
  5. Al die mensen kennen ook weer mensen. Probeer die verbinding ook in te vullen.
    (Je mag verschillende kleuren gebruiken.) 
  6. Schrijf bij je eigen naam wat jij andere kan bieden.
Huiswerk volgende les:
Netwerkkaart af
Denk na over welke twee mensen je uit je netwerk (verleden en heden) wil uitnodigen voor de netwerkborrel

Slide 14 - Tekstslide

Controle vraag:
Het doel van netwerken is om elkaar te helpen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Stelling: Ik ga mijn netwerk inzetten voor stage
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Hoe vond je de les?
Ik vond de les?...
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll