Independent LessonUp: Place and Time + Irregular verbs + Past Simple

Place and Time + Irregular Verbs + Past Simple

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Place and Time + Irregular Verbs + Past Simple

Slide 1 - Tekstslide

What are you going to do?
You are going to make this LessonUp by yourself. In this LessonUp you will find different grammar items you need to know for the test.

go to the next slide -->

Slide 2 - Tekstslide

What are you going to do?
In this LessonUp, you will find the following things:
Grammar explanations:
  • Place & time
  • Past simple: regular verbs
  • Past simple: irregular verbs 


For every Grammar explanation, you will practise with different exercises.

Sometimes you will see a 'just for fun fact!' --> these are just for fun :) 

Slide 3 - Tekstslide

By the end of this LessonUp, you...
...know where in an English sentence you put the time and place.
...know what irregular verbs are.
...know the most common irregular verbs
...have refreshed your memory on the past simple
...know how to use irregular verbs in the past simple.

Slide 4 - Tekstslide

Place & Time

Slide 5 - Tekstslide

What do you already know?
Go to the next slide for some practice exercises.
This is to see if you know the rule already (maybe without even knowing it!), so don't worry if you don't know it yet!

Slide 6 - Tekstslide

Isla was at the football game last week.


Welk deel van deze zin is een tijdsbepaling?
A
Isla
B
was
C
at the football game
D
last week

Slide 7 - Quizvraag

Jon Snow almost died on the battlefield in the winter.

Welk deel van deze zin is een tijdsbepaling?
A
Jon Snow
B
almost died
C
on the battlefield
D
in the winter

Slide 8 - Quizvraag

Carol went to the garden a minute ago.


Welk deel van deze zin is een plaatsbepaling?

A
Carol
B
went
C
to the garden
D
a minute ago

Slide 9 - Quizvraag

Terry is at the army base for the rest of the night.


Welk deel van deze zin is een plaatsbepaling?

A
Terry
B
is
C
at the army base
D
for the rest of the night

Slide 10 - Quizvraag

How did you do?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 11 - Poll

Place and Time
Regel: In een Engelse zin staat altijd eerst de plaats en dan de tijd genoemd. 

Voorbeelden: 
Jo Biden was at the White House this morning
Josie was in Japan until June
I went to that bakery for the first time in years

Slide 12 - Tekstslide

Ready? Let's practise!

Slide 13 - Tekstslide

Slide the only right part of the sentence to either 'place' or 'time'.
Place
Time
Taylor Swift
was
on the Jimmy Fallon show
this weekend.

Slide 14 - Sleepvraag

Slide the only right part of the sentence to either 'place' or 'time'.
Place
Time
Max Verstappen
won
the F1 world championship
in Japan
this year.

Slide 15 - Sleepvraag

Slide the only right part of the sentence to either 'place' or 'time'.
Just for Fun Fact: Why did he have a sink?
Yesterday, multi-millionaire and founder of SpaceX and Tesla Elon Musk bought Twitter. He brought a sink to the headquarters as a joke, saying 'let that sink in' (laat dat bezinken). Even though he himself says his purchase will 'help humanity', people are sceptic and fear more uproar and hate speech will be allowed on the platform. Former USA President Donald Trump, who was removed from Twitter for the spreading of misinformation, is suspected to make a comeback now. 
Place
Time
Elon Musk
brought
a sink
to the Twitter headquarters
yesterday.

Slide 16 - Sleepvraag

Put the two words in the correct order to complete the sentence. 
I was on a trip                                                                           .      
over the summer
to New York

Slide 17 - Sleepvraag

Put the two words in the correct order to complete the sentence. 
Franz Kafka lived                                                                          .      
Just for Fun Fact: Who is Franz Kafka?
Franz Kafka was a very famous writer in literary history. He was known for his dark and existential short stories like 'The Trial' and 'Metamorphosis'. He often wrote about the nightmarish pressures of work life and bureaucracy. When something resembles these features, you can call them 'kafkaesque', a term inspired by Franz Kafka. 
for 40 years
in Prague

Slide 18 - Sleepvraag

Put the two words in the correct order to complete the sentence. 
Sadie Sink was                                                                        .      
Just for Fun Fact: Who is Sadie Sink?
Sadie Sink is an American actress best known for her role as 'Max Mayfield' in Stranger Things. She also played a memorable part in Taylor Swift's short film 'All too well'. 
at the Venice Film Festival
for the first time

Slide 19 - Sleepvraag

So...what was the rule?
Formuleer hieronder in eigen woorden wat de regel over 'time & place' in een Engelse zin is. Zorg dat de regel duidelijk en uitgebreid genoeg is. Check daarna in je boek of bij mij (Ms Frijns) of jouw antwoord klopt.

Slide 20 - Open vraag

Past simple: regular verbs

Slide 21 - Tekstslide

Let's start simple...what are verbs?
Examples of verbs: (to) cook, (to) sing, (to) write, (to) think
A
bijvoegelijk naamwoord
B
lidwoorden
C
werkwoorden
D
zelfstandig naamwoorden

Slide 22 - Quizvraag

Let's start simple...what are verbs?

Er bestaan 2 soorten werkwoorden: 
  • regelmatige werkwoorden (regular verbs) (ik kook, ik kookte)
  • onregelmatige werkwoorden (irregular verbs) (ik loop, ik liep)

Kijk naar de voorbeelden. Bij regelmatige werkwoorden zijn er duidelijke
regels voor het vervoegen van een werkwoord (van tt naar vt bijvoorbeeld). 
Bij onregelmatige werkwoorden bestaan deze regels niet. Elk onregelmatig werkwoord vervoeg je dus op een manier uniek voor dat werkwoord. 
                                                                            --> go to the next slide for some practise exercises!
VERB = WERKWOORD

Slide 23 - Tekstslide

Is het volgende Engelse werkwoord regelmatig of onregelmatig:
(to) jump (springen)

A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 24 - Quizvraag

Infinitief (hele werkwoord)
Past simple
(verleden tijd)
(to) jump
 (I) jumped

Slide 25 - Tekstslide

Is het volgende Engelse werkwoord regelmatig of onregelmatig:
(to) follow (volgen)

A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 26 - Quizvraag

Infinitief (hele werkwoord)
Past simple
(verleden tijd)
(to) jump
 (I) jumped
(to) follow
(I) followed

Slide 27 - Tekstslide

Is het volgende Engelse werkwoord regelmatig of onregelmatig:
(to) love (houden van)

A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 28 - Quizvraag

Infinitief (hele werkwoord)
Past simple
(verleden tijd)
(to) jump
 (I) jumped
(to) follow

(I) followed
(to) love
(I) loved

Slide 29 - Tekstslide

Infinitief (hele werkwoord)
Past simple
(verleden tijd)
(to) jump
 (I) jumped
(to) follow

(I) followed
(to) love
(I) loved
Regelmatige werkwoorden in de verleden tijd vervoeg je door er "-ed" achter de zetten!
Dit is de past simple (verleden tijd)!

Slide 30 - Tekstslide

Some exceptions
Er zijn (natuurlijk :)) een paar uitzonderingen bij de past simple. Je kunt namelijk niet zomaar achter elk woord "-ed" plakken!



Maak de volgende opdracht om te kijken of je ze misschien al weet -->

Slide 31 - Tekstslide

My rabbit                             (to die) yesterday.
You                             (to try) to bake a cake.
Drag the right word to the open place in the sentence to complete it. For every sentence, you will have 1 word left. 
Dieed
Died
tryed
tried

Slide 32 - Sleepvraag

Putin                                     (to ban) many things in Russia.
We                              (to travel) to Amsterdam by train.
Drag the right word to the open place in the sentence to complete it. For every sentence, you will have 1 word left. 
Baned
banned
travelled
traveled

Slide 33 - Sleepvraag

Exceptions Past Simple regular verbs
Click on the icon next to each sentence to see the exception. 

My rabbit died yesterday. 
You tried to bake a cake. 
Putin banned many things in Russia. 
We travelled to Amsterdam by train.
Wanneer een werkwoord eindigt op een "-e", zet je er alleen een '-d' achter. 
Wanneer een werkwoord eindigt op een "medeklinker + -y", vervang je "-y" voor "-ied". (try - tried, cry - cried, deny - denied)
Wanneer een werkwoord eindigt op een "korte klinker + medeklinker", verdubbel je de medeklinker en plak je er dan "-ed" achter. 
Wanneer een werkwoord meerdere lettergrepen heeft en eindigt in een '-L', verdubbel je de "-L" en zet je er dan '-ed" achter. 

Slide 34 - Tekstslide


Got it?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 35 - Poll

Past simple: irregular verbs

Slide 36 - Tekstslide

Now...irregular verbs
What do you already know?

Go to the next slide for some practise exercises.
This is to see if you know the rule already (maybe without even knowing it!), so don't worry if yo don't know it yet!

Slide 37 - Tekstslide

I                              about her all day.
Yesterday, I                              about her all day.
Slide the right form of '(to) think' to the sentences. You will have 1 word left. 
Think
Thinked
Thought

Slide 38 - Sleepvraag

Watch out!
Kijk naar de vervoegingen van β€˜(to) think’.




Je ziet dat het werkwoord in de verleden tijd niet eindigd op β€˜-ed’. Dit komt omdat β€˜(to) think’ een onregelmatig werkwoord (irregular verb) is. 
In de verleden tijd is β€˜(to) think’ dus niet β€˜thinked’, maar β€˜thought’.

Dutch translation
Infinitive (hele ww)
Past simple
denken
(to) think 
thought

Slide 39 - Tekstslide

Right now, she                              a burrito.
Yesterday, she                              a burrito.
Slide the right form of '(to) eat' to the sentences. You will have 2 words left. 
ate
eaten
eats
eats

Slide 40 - Sleepvraag

Watch out!
Kijk naar de vervoegingen van 'to eat':







pers. prnn.
present simple
past simple
I
eat
ate
you (mv)
eat
ate
he/she/it
eats
ate
we
eat
ate
they
eat
ate

Zoals je ziet vervoeg je in de tegenwoordige tijd (present simple) het werkwoord. In de verleden tijd (past simple) vervoeg je het werkwoord niet! Dit is het geval bij zowel regular als irregular verbs.

Slide 41 - Tekstslide

Right now, you                              at school.
Yesterday, you                              not at school.
Slide the right form of '(to) be' to the sentences. You will have 2 words left. 
Yesterday, they                              not at school.
am
are
is
was
were

Slide 42 - Sleepvraag

Watch out
Kijk naar de vervoegingen van 'to be':

pers. prnn.
present simple
past simple
I
am
was
you (mv)
are
were
he/she/it
is
was
we
are
were
they
are
were

Zoals je ziet vervoeg je het onregelmatige werkwoord 'to be' wel in de verleden tijd (past simple). Dit is het enige onregelmatige werkwoord waar dit het geval is. 

Slide 43 - Tekstslide

Overview of the rules!


Past simple regular verbs:
  • Bij regelmatige werkwoorden in de past simple zet je -ed achter de stam. 
  • Uitzonderingen: Er zijn 4 uitzonderingen waarbij je niet zomaar '-ed' achter de stam kan plakken. 

Past simple irregular verbs:
  • Bij onregelmatige werkwoorden in de past simple vervoeg je elk werkwoord op een andere manier. 
  • Uitzondering: to be. Bij to be heb je 2 vormen in de verleden tijd: was/were.
Past simple = verleden tijd

Slide 44 - Tekstslide

How do you feel about the past simple?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 45 - Poll

Let's practise the irregular verbs!
Helaas zijn er bij onregelmatige werkwoorden (irregular verbs) geen regels voor het vervoegen van de werkwoorden. Dat betekent dat het een kwestie van stampen is. Wel kun je verschillende technieken gebruiken die je kunnen helpen de juiste vorm te kiezen.
 
Voorbeeld:
Kijk naar de volgende zin:
ZoΓ« drinks an iced tea right now.

Vraag jezelf nu af: wat kan ik morgen zeggen?
Morgen kan ik zeggen: Yesterday, ZoΓ« drank an iced tea.

Slide 46 - Tekstslide