In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De celkern
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Leerdoelen
Herhaling paragraaf 2.1 t/m 2.3
Openingsfilmpje
Uitleg
Opdrachten maken + huiswerk
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Organen van mensen
Slide 3 - Woordweb
Organen van planten
Slide 4 - Woordweb
De aorta hoort bij het ademhalingsstelsel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
De lever hoort bij het verteringsstelsel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Waarom is het celmembraan een beetje doorlaatbaar?
Slide 7 - Open vraag
Wortel
Stengel
Blad
Transport van stoffen
Voedsel maken door fotosynthese
Water en voedingsstoffen opnemen uit de bodem
Slide 8 - Sleepvraag
Zijn botten organen? Zo ja, leg uit waarom. Zo nee, leg uit waarom niet.
Slide 9 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Van een baby wordt weleens gezegd: ‘hij lijkt op zijn vader’ of ‘ze heeft de ogen van haar moeder’. Een kind erft eigenschappen van zijn ouders.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
cellen
Cellen worden aangestuurd
door de celkern
het regelcentrum
Slide 12 - Tekstslide
Chromosomen
In de celkern van mensen zitten 46 chromosomen. Hierop staat de informatie over jou. Een deel van je vader, een deel van je moeder. Als een cel zich deelt, deelt ook de celkern zich en worden de chromosomen verdeeld.
Slide 13 - Tekstslide
Bouw van DNA
Een chromosoom bestaat uit
een lange wenteltrap: het DNA
Hierop staat informatie over
jouw eigenschappen.
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeelden van erfelijke informatie
Slide 15 - Woordweb
Chromosomenparen
46 chromosomen
23 chromosomenparen
Per soort organisme verschillend!
Slide 16 - Tekstslide
Chromosomen vrouw XX
Chromosomen paren
Slide 17 - Tekstslide
Chromosomen man XY
23 = geslachts
chromosomen
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Opdrachten 2.4
Nu samen maken: opdracht 6
Daarna zelfstandig maken en huiswerk: Opdracht 1, 2, 4, 5, 7, 9