M&M 5.3

Vandaag
  • Starten met 5.3
  • PW vrijdag 1 maart
  • Dinsdag 5 maart naar vanderLande
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Starten met 5.3
  • PW vrijdag 1 maart
  • Dinsdag 5 maart naar vanderLande

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor bericht zou je wel via app versturen maar niet met een brief?

Slide 4 - Tekstslide

De wereld krimpt

  • Avocado’s uit Peru
  • Vakantie naar Japan 
  • Checken via mobiel het weer in Zuid-Afrika 
  • Snelheid waarmee producten, mensen én informatie de wereld
  • Toegenomen door onder andere door televisie, computers en mobieltjes
  • Zo wisselen we razendsnel informatie, kennis en nieuws uit 
  • = communicatiemiddelen

Slide 5 - Tekstslide

De wereld krimpt

  • Mensen en goederen veel sneller vervoerd
  • 1600 een reis met de postkoets reuze hip
  • In een dag een afstand van 50 kilometer afleggen

  • Groot verschil met hoe snel het nu gaat
  • Nu met een straalvliegtuig in 6,5 uur van Amsterdam in New York
  • Dankzij modernere en verbeterde technieken zijn transportmiddelen steeds sneller. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

De wereld krimpt

  • De afstanden tussen plaatsen op aarde zijn in kilometers natuurlijk gelijk gebleven, maar dankzij moderne communicatie- en transportmiddelen ‘voelt’ het minder ver. De wereld lijkt wel te krimpen.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk 5.3
Basis: 1 t/m 4
Kader: 1 t/m 4

timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag
  • Verder met 5.3
  • Quiz
  • HW maken





  • PW vrijdag 1 maart
  • Dinsdag 5 maart naar vanderLande

Slide 11 - Tekstslide

Transportmiddelen
  • Welke kennen we nog?

Slide 12 - Tekstslide

De wereld is een dorp
  • Vroeger lang wachten op een brief
  • Tegenwoordig niet meer, door:
    satellieten, kabels en zendmasten
  • Digitalisering = overgang van informatie naar digitale vorm die gebruikt kan worden door elektronische apparaten.


  • Welke informatie verzenden jullie digitaal?

Slide 13 - Tekstslide

ICT
Wie weet waar de afkorting ICT voor staat?

Slide 14 - Tekstslide

ICT
= informatie- en communicatietechnologie

  • Dankzij ICT zijn gebieden/mensen beter verbonden.
  • Op de volgende pagina zie je dat er nog steeds verschil is op de wereld.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide




Welke goederen bestellen jullie wel eens?

Slide 17 - Tekstslide

Globalisering
  • = Proces waarin gebieden op aarde steeds meer verbonden raken.
  • 4 terreinen waarop globalisering plaatsvindt:
  1. economie (handel)
  2. Sociaal (contacten tussen mensen)
  3. Cultureel (gewoonten)
  4. Politiek (bestuur en organisatie)

  • Voor- en nadelen van globalisering?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Benoem een transportmiddel.

Slide 20 - Open vraag

Waardoor lijkt het of de wereld kleiner is geworden?

Slide 21 - Open vraag

Door ICT zijn gebieden op aarde nu beter met elkaar verbonden dan vroeger.
Geef hier een voorbeeld van.

Slide 22 - Open vraag

Benoem een voordeel van globalisering.

Slide 23 - Open vraag

Een terrein waarop globalisering plaatsvindt is 'economie'. Benoem een voorbeeld waarop jij daar gebruik van maakt.

Slide 24 - Open vraag

Huiswerk 5.3
Basis: 1 t/m 5
Kader: 1 t/m 8
Klaar? -> herhaling maken
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Vandaag
  • Afronden  5.3
  • Quiz
  • HW maken



  • PW vrijdag 1 maart -> 5 maart 2e uur
  • Dinsdag 5 maart naar vanderLande

Slide 26 - Tekstslide

Social media
  • Telefoons niet meer om alleen mee te bellen
  • Social media =  foto’s, video’s en berichten met elkaar delen met speciale apps of op online platformen.
  • Waarvoor gebruik jij social media?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Tekstslide

Grenzen verdwijnen
  • Na de val van de Berlijnse Muur nam globalisering toe
  • Steeds meer landen vrijemarkteconomie en handel met elkaar
  • Handel tussen landen was echter vaak lastig, vooral bij de grenzen 
  • Bedrijf moest: vergunning aanvragen, invoerkosten betalen en lading/papieren controleren
  • Daarom werd de Wereldhandelsorganisatie (WTO) opgericht
    = steunt handel tussen landen door goede afspraken en zorgen dat landen zich eraan houden

Slide 30 - Tekstslide

Wereldhandelsorganisatie (WTO)
  • 160 leden WTO
  • Zo ontstaat vrijhandel = handel alsof er geen grenzen zijn
  • Dankzij goed geregelde vrije wereldhandel zou iedereen uiteindelijk meer winst maken
  • Handelen moet zo gemakkelijk en snel mogelijk, want tijd is geld
  • Bron 30: belangrijkste handelsstromen op aarde zijn
  • Afrika en Zuid-Amerika spelen een vrij kleine rol
  • Zo zie je dat de open grenzen niet alle landen evenveel handelsgroei en winst opleveren

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
5.3
Opdracht 1 t/m 10 (9 niet)

5.4
Opdracht 1 t/m 3
timer
1:00

Slide 33 - Tekstslide

Vandaag
  • Verder met 5.4

  • PW Dinsdag 5 maart 2e uur
  • Dinsdag 5 maart naar vanderLande

Slide 34 - Tekstslide

Goedkoop
  • Steeds meer bedrijven vestigingen/fabrieken in meerdere landen
  • Dit zijn multinationale ondernemingen of multinational
    = bedrijf dat vestigingen in meerdere landen heeft
  • Bekende voorbeelden: McDonalds of Philips
  • Willen hun spullen wereldwijd verkopen
  • Landsgrenzen zijn onbelangrijk, want elke wereldburger is een klant

Slide 35 - Tekstslide

Productieketen
  • = alle schakels van het productieproces samen
  • Onderdelen van één auto inmiddels uit meer dan
    twintig landen komen. 
  • Bedrijven zoeken naar plek waar onderdeel het
    goedkoopst gemaakt of bewerkt worden. Zo blijft
    er meer winst over.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Waar komt jouw shirt vandaan?

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Huiswerk 5.4
Basis: 1 t/m 7
Kader: 1 t/m 8
Klaar? -> herhaling maken
timer
1:00

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Mainport      of      Brainport

Slide 45 - Tekstslide

Huiswerk 5.4
Basis: 1 t/m 8
Kader: 1 t/m 9
Klaar? -> herhaling maken
timer
1:00

Slide 46 - Tekstslide