Week 31

Welcome!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Goals
At the end of this lesson...
  • I will be able to use the present Simple

Slide 2 - Tekstslide

This year
  • Fysiek les
  • Hoofdstuk 3 afmaken
  • Spreekvaardigheid oefenen. 

Slide 3 - Tekstslide

What are we going to do today?
  • Planning
  • Welke leesstrategieën weet je nog van de vorige keer?
  • Present Simple
  • Video

Slide 4 - Tekstslide

Present Simple (=Heden)

Slide 5 - Tekstslide

Waneer gebruik je de present Simple?
  1. Feit (Gras is groen; Grass is green)
  2. Gewoonte (Ik ga altijd lopen naar school; I always walk to school)
  3. Regelmaat (iedere dinsdag ga ik voetballen; Every tuesday I go play football) 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink 
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
Regel: Schrijf het hele werkwoord op.

Bijvoorbeeld: 
drink, work, speak eat, sleep.

Slide 7 - Tekstslide

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
timer
0:20
A
visit
B
visits

Slide 8 - Quizvraag

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
SHIT-regel!
Bij he/she/it schrijf je een s achter het werkwoord 
Regel: Schrijf het hele werkwoord op.

Slide 9 - Tekstslide

Present simple
He ..... (to call)
timer
0:20
A
call
B
calls

Slide 10 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
timer
0:20
A
wear
B
wears

Slide 11 - Quizvraag

1

Slide 12 - Video

09:38
Welke van de zin is correct
timer
0:20
A
Sam cries a lot.
B
Sam crys a lot.

Slide 13 - Quizvraag

Maak de present simple
Frank ____ (to try) to be cool.
timer
0:20

Slide 14 - Open vraag

Let's work
Wat?
Paragraaf 3.4 Opdracht 5 t/m 10
Hoe?
Maak de opdrachten in de online methode.
Met wie?
Alleen
Tijd?
Tot het einde van de les
Hulp?
Steek je hand op. 
Klaar?
11 + 12 Woordentrainer paragraaf 3.4

Slide 15 - Tekstslide