Tot welke stammen (nrs. 1 t/m 12) behoren de zes links afgebeelde dieren?
Slide 5 - Tekstslide
dieren op afbeelding links:
1. mossel
2. slak
3. kever
4. spons
5. inktvis
6. kat
bijhorend stamnummer van de afbeelding rechts:
stam 7. weekdieren
stam 7. weekdieren
stam 6. geleedpotigen
stam 11. sponzen
stam 7. weekdieren
stam 1. zoogdieren
Slide 6 - Tekstslide
in "gewerveld" zitten 5 klassen
zoogdieren
vogels
vissen
reptielen
amfibieën
maar waarom valt een dier in een bepaalde klasse?
Slide 7 - Tekstslide
Huid dik of dun
Karakteristiek voor reptielen is hun dichte huid waardoor ze in de zon kunnen liggen en door de huid geen water verliezen, het zijn daarmee ook echte landdieren. Toch zijn er reptielen die in het water leven, zoals zeeschildpadden, zeeslangen en krokodillen. Door die dichte huid kunnen ze zout water verdragen, iets dat amfibieën die een doorlatende huid hebben niet kunnen.
Slide 8 - Tekstslide
een bedekte huid
haren
schubben
veren
Slide 9 - Tekstslide
Sleep de kenmerkende huidbedekking naar de klasse
zoogdier
vogel
vis
amfibie
reptiel
Slide 10 - Sleepvraag
voortbeweging
poten
vleugels
vinnen
Opdracht: bedenk welke klassen welke manieren van voortbeweging hebben.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.