Rekenen met Tijdsintervallen

Rekenen met Tijdsintervallen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen met Tijdsintervallen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de tijd tussen twee kloktijden berekenen en de tijd na een interval.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over tijdsintervallen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn tijdsintervallen?
Een tijdsinterval is het verschil in tijd tussen twee kloktijden. Het kan worden berekend door de eindtijd af te trekken van de begintijd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldberekening
Begintijd: 10:30, Eindtijd: 12:45. Tijdsinterval = 12:45 - 10:30 = 2 uur 15 minuten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1
Bereken het tijdsinterval tussen 9:00 en 13:45.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd na een interval
Na een tijdsinterval moet de leerling de begintijd optellen bij het interval om de eindtijd te berekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldberekening
Begintijd: 9:00, Tijdsinterval: 2 uur 30 minuten. Eindtijd = 9:00 + 2:30 = 11:30.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 2
Bereken de eindtijd na een interval van 1 uur 45 minuten, beginnend om 14:20.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Analoge en digitale klokken
Bespreek het verschil tussen analoge en digitale klokken en hoe tijdsintervallen op beide kunnen worden berekend.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing in het dagelijks leven
Bespreking van situaties waarin het berekenen van tijdsintervallen nuttig is, bijvoorbeeld bij het plannen van activiteiten of reizen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdracht
Laat de leerlingen een activiteit plannen en de benodigde tijdsintervallen berekenen, zoals het plannen van een sportevenement of een studierooster.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Herhaal de belangrijkste concepten die in de les zijn behandeld en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Een korte quiz om te controleren of de leerlingen de concepten begrepen hebben.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Bedank de leerlingen voor hun deelname en moedig hen aan om tijdsintervallen in het dagelijks leven blijven oefenen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.