4.1 Monniken en kloosters OOW

Programma
  • Uitleg 4.1
  • Lezen
  • Aan de slag 
  • Wat neem je mee?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Uitleg 4.1
  • Lezen
  • Aan de slag 
  • Wat neem je mee?

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Monniken en kloosters 

Slide 2 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders

Slide 3 - Tekstslide

Deze les leer je:
  • Welke volken in Nederland woonden, en welke godsdienst zij hadden.

  • Hoe de Friezen christelijk werden. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

,
.

  • Geloofden in meerdere goden

    ...zoals Thor en Wodan
.
.

  • Geloofden in één god


       ...ze waren christelijk
Friezen
Franken

Slide 7 - Tekstslide

Willibrord en Bonifatius
Missionarissen proberen de Friezen te bekeren tot het Christendom...
Willibrord
Bonifatius

Slide 8 - Tekstslide

Willibrord was een Engelse monnik die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse monnik die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 9 - Tekstslide

Omhakken van de heilige eik
Dood van Bonifatius

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Aan de slag
  • Maken 4.1              1 t/m 4



Slide 13 - Tekstslide

Dit heb je geleerd:
  • Welke volken in Nederland woonden, en welke godsdienst zij hadden.

  • Hoe de Friezen christelijk werden. 

Slide 14 - Tekstslide

Programma
  • Uitleg 4.1
  • Lezen
  • Aan de slag 
  • Wat neem je mee?

Slide 15 - Tekstslide

4.1 Monniken en kloosters 

Slide 16 - Tekstslide

Deze les leer je:
  • op welke manier mensen in kloosters leefden.

Slide 17 - Tekstslide

De hulp van God
  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar. Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.

  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp. De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
De mensen gaven in de vroege middeleeuwen veel geld aan de kerk, dat was belangrijk omdat ze daarmee god dienden. Met de geld maakten de kerken prachtige dingen, zoals glasinlood ramen

Slide 18 - Tekstslide

Kloosters
  • Geestelijken, zoals priesters, monniken en nonnen, woonden en leefden vaak in een klooster

  • Monniken en nonnen waren zelf niet rijk, de kloosters soms wél: zij hadden veel grond en kregen belastinggeld (als gift aan de kerk).

De kloosters en kerken waren in de vroege middeleeuwen de enige gebouwen die altijd van steen werden gemaakt. Het geloof was heel belangrijk en de gebouwen voor god moesten natuurlijk wel stevig zijn!

Slide 19 - Tekstslide

In de kloosters zag je veel kunst, monikken maakten dat zelf. Deze kunst moest ervoor zorgen dat iedereen zag hoe groot en goed God was. Hier zie je een gouden kruis en links staat een prachtig beeld.
Naast kunt deden de monikken en nonnen ook aan wetenschap. Zij onderzochten de wereld en het klooster was voor kinderen de enige plek waar zij les konden krijgen, een soort school dus.
In de middeleeuwen konden maar weinig mensen lezen en schrijven. Gelukkig konden de monikken en nonnen dat wel! In de kantlijn maakten zij vaak mooi en grappige tekeningen over het dagelijksleven. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video



  • In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven
  • Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Sleep de uitleg op het juiste begrip!
Klooster
Monnik
Heiden
Geestelijke
Geestelijke die afgezonderd leeft
Woonplaats van monniken
Iemand die in dienst is bij de kerk
Iemand die niet het katholieke geloof heeft

Slide 24 - Sleepvraag

Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 26 - Quizvraag

Het verzorgen en genezen van zieken was één van de taken van monniken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Een vrouwelijke monnik wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 29 - Quizvraag

Zet de woorden op de juiste plaats.

Rond het jaar 500 begint een nieuwe periode in de geschiedenis: de …A…        In het zuiden van Europa waren toen al veel mensen bekeerd tot het …B….          
In de tijd van monniken en ridders van 500 tot …C….       stichtten monniken als Willibrord …D…     om van daaruit de mensen in West-Europa te bekeren.
kloosters
Middeleeuwen
christendom
1000

Slide 30 - Sleepvraag

Aan de slag
  • Maken 4.1              5 t/m 9



Slide 31 - Tekstslide