Paragraaf 4.1 Wereld: wapengeweld wereldwijd

Hoofdstuk 4 Conflicten
Paragraaf 4.1 Wapengeweld wereldwijd

Domein Wereld
3V
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Conflicten
Paragraaf 4.1 Wapengeweld wereldwijd

Domein Wereld
3V

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet waar gewapende conflicten in de wereld voorkomen.
  • Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan.
  • Je kunt samenhangen over conflicten ontdekken tussen atlaskaarten en met andere gegevens.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen paragraaf 4.1

Slide 3 - Tekstslide

Wapengeweld wereldwijd

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Welke redenen zijn er genoemd voor het conflict tussen Iran en Saudi-Arabië?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Strijdtoneel: waar, waarom en hoe?
  • Een gewapend conflict is een conflict waarbij minstens 25 doden vallen. Dit is bijv. in sub-Sahara Afrika, Islamitische wereld, maar waarom is dat zo?
  • Conflicten ontstaan waar een groep mensen macht uitoefent op een andere groep.

Conflicten worden meestal op verschillende manieren ingedeeld.




Slide 8 - Tekstslide

1. Internationale conflicten:
Conflicten die zich afspelen tussen landen.

Slide 9 - Tekstslide

2. Binnenlandse conflicten of burgeroorlogen:
Deze conflicten blijven tussen de grenzen van een land.
Het conflict in Jemen is een strijd van de bevolking tegen de machthebbers met als onderliggend probleem jarenlange onderontwikkeling als gevolg van slecht bestuur, vriendjespolitiek en corruptie. Inmiddels is het ook een burgeroorlog tussen het noorden en het zuiden.

Hierdoor veel kinder zijn er bijv. veel kinderen die honger lijden. 

Slide 10 - Tekstslide

Geïnternationaliseerd conflict =
Oorspronkelijk binnenlands conflict met buitenlandse inmenging.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe trek je de grens?
  • Om een conflict te begrijpen moet je iets weten van de staatkunde. Een staat is een gebied met een grens eromheen. Binnen een staat gelden er wetten en regels waar mensen zich aan moeten houden. 

-    Wanneer de mensen in een staat voelen dat ze bij elkaar   horen door hun taal, geloof of
      gemeenschappelijke geschiedenis vormen ze een volk.

  • Een territorium is het woongebied van een volk. Als een volk een eigen territorium heeft is er weinig reden tot een conflict. Maar helaas is dat vaak wel het geval in de wereld zijn er vijfduizend volken maar slechts tweehonderd staten.


Slide 12 - Tekstslide

Grenzen ter discussie
- Grenzen zijn bedacht door machthebbers. Soms lopen ze dwars door een woongebied van volkeren (bijv. in Afrika).
Hier zijn volkeren vaak niet mee eens, waardoor zij eisen voor separatisme. Hierbij spelen economie als cultuur (taal) een belangrijke rol.

- Bijv. de Oeigoeren in China, zij spreken een variant van Turks omdat zij Islamitisch zijn. Hun willen hun eigen cultuur en taal behouden terwijl China hen niet Chinees genoeg vindt. --> Worden onder dwang in 'heropgevoed' in kampen. Ook zijn er veel grondstoffen in dit gebied te vinden, de banen gaan naar de Han-Chinezen i.p.v. de Oeigoeren. Zij vinden dit een vorm van achterstelling. Hierdoor ontstaan aanslagen en geweld (internationaal is er aandacht voor). 

Slide 13 - Tekstslide

Xinjiang
Woongebied van de Oeigoeren.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Territorium
Separatisme
Geinternationaliseerd conflict
Binnenlands conflict
Sinds de dekolonisatie strijden bevolkingsgroepen met elkaar
Een lange strijd leidde tot de afscheiding v an Zuid-Sudan
Is er eenreden waarom de Koerden geen eigen land hebben?
Al vanaf 2011 zijn Amerikaanse troepen aanwezig in Syrië

Slide 16 - Sleepvraag

De Friezen zijn volk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Elk volk heeft een eigen territorium
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Suriname is een staat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Leg uit dat binnenlandse conflicten vaak te maken hebben met de positie van volkeren die in een land in de minderheid zijn. Gebruik in je antwoord het woord 'staatsgrens'

Slide 20 - Open vraag

Leerdoelen
1. Je weet waar gewapende conflicten in de wereld voorkomen;

2. Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan.

3. Je kunt samenhang in conflicten ontdekken met behulp van atlaskaarten en andere gegevens.

Slide 21 - Tekstslide

Paragraaf 4.1
Ik heb extra uitleg nodig over:Strijdtoneel
Ik heb extra uitleg nodig over:Hoe trek je een grens
Ik heb extra uitleg nodig over:Grenzen ter discussie
Ik heb extra uitleg nodig over de hele paragraaf
Ik denk er even over na en kom er volgende week op terug
Ik begrijp de hele paragraaf

Slide 22 - Poll

Aan de slag
Maak de verkorte leerroute van paragraaf 4.1

Opdrachten 1 - 3 - 4 - 6
Vraag 4B: kaart 161 GB 54
Vraag 6CD: kaart 260A = GB 54 kaart 235A
kaart 267A = GB 54 kaart 239A


Slide 23 - Tekstslide

Vraag 1
  •  A6, B1, C5, D3, E2, F4.

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 3A
Bekijk bron 6. Welke stellingen zijn waar? Noteer daarvan de letters.
A De Friezen zijn een volk.
B Elke natie heeft een eigen territorium.
C Elk volk heeft een eigen staat.
D Er zijn meer staten dan volkeren. E In elke staat woont één natie.
F Suriname is een staat.

  • A, F.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 3B
De Verenigde Naties is een organisatie, opgericht in 1945, die dient ter bevordering van de wereldvrede. De VN begon destijds met 51 landen, maar nu zijn er 193 landen lid. Verklaar de naam Verenigde Naties en geef aan waarom de naam eigenlijk niet juist is.

  • Naties staat voor volkeren, maar er zijn landen lid, geen volkeren.

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 4A
Bekijk bron 7. Noem twee bevolkingskenmerken waardoor juist in Ankara geprotesteerd werd.

  • Etniciteit: Ankara ligt in Turkije en men is daar solidair met andere Turkstalige volkeren.
  • Religie: Men deelt het islamitisch geloof.

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 4B
China is vastbesloten haar ...... intact te houden. De autonome regio Xinjiang heeft weliswaar ...... op een aantal gebieden, maar op ....... reageert de staat met veel geweld. China stelt: ‘Wij zijn met 1,5 miljard, het Oeigoerse .... moet ons gehoorzamen’. Er is wel enige reden voor de Chinese houding, want er hebben zich Oeigoerse ...... aangesloten bij IS. Ook zijn er ...... aanslagen geweest waarbij burgerslachtoffers zijn gevallen. Maar rechtvaardigt dat het ‘heropvoeden’ van een miljoen mensen in kampen?

China is vastbesloten haar territorium intact te houden. De autonome regio Xinjiang heeft weliswaar zelfbeschikking op een aantal gebieden, maar op separatisme reageert de staat met veel geweld. China stelt: ‘Wij zijn met 1,5 miljard, het Oeigoerse volk moet ons gehoorzamen’. Er is wel enige reden voor de Chinese houding, want er hebben zich Oeigoerse jihadisten aangesloten bij IS. Ook zijn er terroristische aanslagen geweest waarbij burgerslachtoffers zijn gevallen. Maar re- chtvaardigt dat het ‘heropvoeden’ van een miljoen mensen in kampen?

Slide 28 - Tekstslide

Vraag 6A
Gebruik bron 5. Noteer vier grote regio’s waar conflicten veel slachtoffers maken en zet er steeds een voorbeeld van een conflict achter. Omschrijf het conflict in hele zinnen
en gebruik daarbij de termen uit deze paragraaf. Gebruik indien nodig de atlas.

  • Midden-Amerika: bijvoorbeeld El Salvador, hier bestrijdt de politie drugscriminelen.
  • Sub-Sahara Afrika: bijvoorbeeld Nigeria, hier komen mensen in opstand tegen de corruptie van de regering / vechten jihadisten tegen christenen/ongelovigen.
  • Zuidoost-Azië: bijvoorbeeld Indonesië, hier vechten terroristen/opstandelingen tegen de regering.
  • Midden-Oosten: bijvoorbeeld Syrië, hier sloeg de regering protesten neer en door de daaropvolgende opstanden werd het conflict geïnternationaliseerd.

Slide 29 - Tekstslide

Vraag 6B
Leg uit dat binnenlandse conflicten vaak te maken hebben met de positie van minderheden.

  • Wanneer binnen een staatsgrens meerdere volkeren wonen die onderdrukt of achtergesteld worden, komen deze in opstand of willen ze zich afscheiden. De staat drukt dat vaak de kop in met geweld.

Slide 30 - Tekstslide

Vraag 6C
Vergelijk GB 260A en GB 267A met bron 5. Geef het verband aan tussen conflicten en het thema van de desbetreffende kaart uit de GB.

  • GB 260A: In gewelddadige gebieden is de levensverwachting lager.
  • GB 267A: In landen waar veel conflicten zijn, zijn weinig politieke burgerrechten.

Slide 31 - Tekstslide

Vraag 6D
Geef een verklaring voor het verband bij GB267A uit vraag c.

  • Bijvoorbeeld: zonder stemrecht kun je alleen met geweld je onvrede laten blijken.

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 6E
Kies zelf twee kaarten op het mondiale schaalniveau en leg een verband met bron 5. Noteer kaartnummer en het verband.

  • Eigen antwoord, bijvoorbeeld: GB 259A: landen met conflicten hebben een lager bnp/hoofd (= bbp/ hoofd); GB 262B: in landen met conflicten zijn de levensomstandigheden slecht tot zeer slecht.

Slide 33 - Tekstslide