Herhaling Vaardigheden

• Natuurkunde
• WO
• Studiejaar 4

Lesplan

-Verder nakijken toets

-Verzamelen gegegeven diverse practica:

*Wet van Boyle (Spuit / Drukmeter)

*Elasticiteitsmodulus (Elastiek / Krachtenmeter)

*Warmte (Blokjes / Thermometer)

-Herhalen stof tot nu toe!

Benodigdheden

-Schrift / papier.

-Schrijfgerei

-Rekenmachine

-BINAS

-Je hersens

-Device (login in Lessonup)

-Groen = theorie. Blauw = vraag. Oranje = antwoord / uitleg.

Vaardigheden - 10-machten

Gebruik bij het omrekenen van gegevens bij voorkeur de 10-machten (en ga niet schuiven met komma's).

Leer uit je hoofd in ieder geval:

kilo = k = 10³

milli = m = 10^-3

^{Overige vermenigvuldigingsfactoren vind je in Binas T 2.}

De rekenmachine

x-1, de reciproque waarde.

Deze knop doet 1/x. 

[8][x-1] = 1/8

Dit is vooral handig bij de lenzenformule en de formule voor weerstand in een parallelschakeling.

EXP = Exponent = 10-macht

[5,4] [EXP] [-][3] = 5,4 x 10^-3

Via mode kom je in je instellingen.

Hier verander je bijv. of je in graden of radialen werkt.

Of dat je een punt of komma als decimaal hebt (1.3 of 1,3).

Hier zijn snelle knoppen voor een (vierkants) wortel, en het kwadraat.

De knop rechts naast het kwadraat is voor een willekeurige macht.

De tweede functie van die knop is een willekeurige wortel.

4[xwortel]16 = de vierdemachtswortel van 16 (= 2, want 2^4 = 16)

Door de shift in te drukken worden de oranje functies BOVEN de knoppen (eenmalig) actief.

[shift][EXP] = pi (3,14...)

Nog te ontwikkelen!

De​​​​​spanning​​​​​is​​​​​12​​​​​Volt.De​​​​​weerstand​​​​​is​​​​​25⋅10​3​​​​​​​Ω.

Vaardigheden - Stappenplan

0. Wat wordt gevraagd

1. Welke formule ga je gebruiken? Schrijf eventueel om!

2. Welke gegevens heb je (nodig voor het gevraagde).

    Denk aan grootheid, eenheid en eventueel omrekenen.

3. Reken het gevraagde uit. Geen eenheden, niet afronden!

4. Schrijf je antwoord op. Grootheid, getal (sign.), eenheid.

Controleer ALLES! Antwoord Leesbaar Logisch Eenheid Significantie

Op welk hemellichaam (Binas T 31) ben je, als op
een voorwerp van 75 gram een kracht werkt van 13,5 mN.
Werk via het stappenplan. Benoem de stappen! 0. , 1. , 2. etc.