zwakke werkwoorden

Das schwache Verb Klasse 2
De uitgangen:
ich = stam + e
du = stam + st
er/sie/e = stam + t
wir = stam +en
ihr = stam +t
Sie/sie = stam + en
 

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Das schwache Verb Klasse 2
De uitgangen:
ich = stam + e
du = stam + st
er/sie/e = stam + t
wir = stam +en
ihr = stam +t
Sie/sie = stam + en
 

Slide 1 - Tekstslide

wir (schwimmen)
A
schwimme
B
schwimmt
C
schwimmst
D
schwimmen

Slide 2 - Quizvraag

du (machen)
A
mache
B
machst
C
machenst
D
machen

Slide 3 - Quizvraag

es (lieben)
A
liebt
B
liebent
C
liebst
D
liebe

Slide 4 - Quizvraag

du (heißen)
A
heißst
B
heißt
C
heißen
D
heiße

Slide 5 - Quizvraag

Herhaling van het zwakke werkwoord

Er (feiern)
A
feierne
B
feiernt
C
feier
D
feiert

Slide 6 - Quizvraag

Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
wohnen = ge  wohnt  t     (ge - stam - t)
   kaufen = ge kauft t        (ge - stam - t
reparieren = reparier t   (geen -ge-)
produzieren = produzier t (geen -ge-)

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord = spielen
timer
0:15
A
gespielt
B
gespielen

Slide 8 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van machen
A
gemacht
B
macht

Slide 9 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van reparieren
A
gerepariert
B
repariert

Slide 10 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van gratulieren
A
gratuliert
B
gegratuliert

Slide 11 - Quizvraag

Voltooid deelwoord sterke werkwoorden
schlafen =  ge - schlaf - en (ge -stam - en)
fahren =  ge - fahr - en (ge - stam - en)
kommen = ge komm - en (ge - stam- en)

Slide 12 - Tekstslide

Voltooid deelwoord = lesen
timer
0:15
A
gelest
B
gelesen

Slide 13 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van fallen
A
gefallen
B
gefallt

Slide 14 - Quizvraag