16feb _ 1 _ woordenschat: tegenstellingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Lesdoelen

Woordenschat

Je leert wat een tegenstelling is en kan dit vinden in een zin

Wat weet jij over....

Tegenstellingen?

Wat denk jij waar
'tegenstellingen' over gaat?

H4 Woordenschat

Een tegenstelling zoeken

H4 Woordenschat

Woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn, noem je “tegenstellingen”

Mooi – ? 

Vrolijk – ? 

Duur - ? 

Woordenschat H4

Tegenstelling: woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

Aan bepaalde woorden kun je zien dat er een tegenstelling in de zin staat. Dat zijn deze woorden: 

• maar
• echter
• toch
• daarentegen

'Games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop'.

Staat hier een tegenstelling in?

1. Ja
2. Nee

Welke tegenstelling?

Hoe wist je dat? 

'Het liefst blijf ik binnen, toch ga ik naar buiten omdat het moet.'
Wat is de tegenstelling in de zin?

1. blijf - omdat
2. toch - omdat
3. binnen - buiten
4. blijf - moet

Tegenstelling = binnen en buiten (tegenovergestelde) 

Hoe wist je dat? 

Maak de zin af met een tegenstelling:
Fietsen vind ik leuk, maar....

Mijn broer is heel groot, maar...

Ik eet graag appels. Toch....

Ik zit vaak alleen op mijn kamer. Toch vind....

Lesdoelen

1. Je weet wat een tegenstelling is en kan dit vinden in een zin