1MH: H2 Samenvatten

H2 Grieken en Romeinen
Samenvatten

Welkom!


1MH
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 Grieken en Romeinen
Samenvatten

Welkom!


1MH

Slide 1 - Tekstslide

Jaartallen
- Hoofdstuk: tussen 800 v.C. en 500 n.C.
- Oudheid: tussen 3000 v.C. en 500 n.C.
- 750 v.C. ontstaan van Rome
- 600 v.C. niet alle Grieken geloven in mythes
- 509 v.C. Romeinse koning verjaagd -> Republiek
- 500 v.C. ontstaan democratie in Griekenland
- 300 v.C. Romeinen veroverden grotendeels Italië
- Tussen 264 en 146 v.C. 3 grote oorlogen tussen Rome en Carthago
- 200 v.C. Romeinse Rijk op zijn grootst
- 100 v.C. Romeinen veroverden Zuid-Nederland (Germanen/Bataven)
- 48 v.C. Julius Caesar werd alleenheerser
- 44 v.C. Julius Caesar werd vermoord
- 27 v.C. Augustus had alle macht -> Keizerrijk
- 0 Geboorte Jezus 
- 30 n.C. ontstaan nieuw geloof: Christendom 
- 33 n.C. Jezus Christus gekruisigd in Jeruzalem
- 313 n.C. Keizer Constantijn stond het Christendom toe in het Romeinse Rijk
- Eind 4e eeuw werden andere godsdiensten verboden
- 500 n.C. Einde aan het bestuur v/d Romeinse keizers in West-Europa
200 v.C.     100 v.C.    0   100 n.C.     200 n.C.

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
- Stadstaat                                - Republiek
- Politiek                                    - Senaat
- Burgerrecht                           - Consul
- Democratie                            - Keizer
- Burger                                     - Keizerrijk
- Volksvergadering                 - Grieks-Romeinse cultuur
- Ongelijkheid                          - Jood
- Slaaf                                         - Jodendom
- Mythe                                      - Monotheïsme
- Wetenschap                          - Christendom
- Oudheid                                 - Christen
- Romeinse Rijk                       - Bijbel
- Bondgenoot                          - Kerk
- Germanen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
§1
- Ik kan 3 kenmerken noemen van het leven in Griekse stadstaten.
- Ik kan uitleggen hoe en door wie de Griekse stadstaat Athene bestuurd werd.
- Ik kan uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur.
§2
- Ik kan uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk.
- Ik kan 2 redenen noemen waarom de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven.
- Ik kan uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen.
§3
- Ik kan uitleggen wie het Romeinse Rijk bestuurden in de Republiek en wie in het Keizerrijk.
- Ik kan 5 sociale lagen in de Romeinse samenleving beschrijven.
- Ik kan 2 voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur.
§4
- Ik kan uitleggen hoe het Christendom ontstond.
- Ik kan beschrijven hoe het Christendom zich verspreidde in het Romeinse Rijk.
- Ik kan uitleggen hoe de Romeinen omgingen met het Christendom.
Historisch Denken
- Ik kan de volgende aanduidingen van tijd gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken en periodes.
- Ik kan gebeurtenissen uit het verleden ordenen met behulp van een tijdbalk.
- Ik kan de christelijke jaartelling gebruiken en uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

Grieken
1
2
3
Mannelijke burgers
Soldaat
Vrouwelijke burgers
Vreemdelingen
Slaven

Slide 5 - Sleepvraag

           De Burgers
  • Grote ongelijkheid
  • Vrije mens vs slaven
  • Bovenaan de mannelijke burgers
  • Alleen hen: Burgerrecht
  • Verdedigen als soldaat => meebeslissen bestuur in de volksvergadering
  • Vrouwen, vreemden en slaven geen burgerrecht
  • Atheense democratie!

Slide 6 - Tekstslide

Leven in een stadstaat
  • Bestaansmiddellen:                Landbouw: Graan, druiven en olijven        Handel: Aardewerk, wijn en olijfolie       => ruilen voor graan
  • Taakverdeling:                                              - Man hoofd van gezin                                  - Rijke jongens naar school en sport          - Arme jongens en meisjes niet
  • Vrouwen minder rechten dan mannen en leefden onder toezicht van een man
  • WEL leiding van de huishouding

Slide 7 - Tekstslide

Romeinen
1
2
3
4
5
Kleine groep rijken
Armen zonder vast werk
Vrouwelijke burgers
Handelaren en ambachtslieden
Tot slaaf gemaakten
Boeren

Slide 8 - Sleepvraag

           De Burgers
  • Grote ongelijkheid
  • 5 sociale lagen
  • 1: Kleine groep rijken
  • 2: Handelaren en ambachtslieden
  • 3: Boeren (vaak tot soldaat gemaakt)
  • 4: Armen zonder vast werk
  • 5: Tot slaaf gemaakten: bezit van hun meester
  • Rond 100 v.C. was in Rome ongeveer 1 op de 3 mensen een slaaf
  • Vrouwen hadden weinig rechten:
  • Moesten luisteren naar hun man, vader of broer
  • Hun taak: huishouding en opvoeden

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
(Na de stadstaat)
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 10 - Quizvraag

Stadstaat\Koninkrijk Rome


  • Koning (gekozen voor het leven)
  • Daaronder Priesters
  • 250 jaar lang koninkrijk
  • 509 v.C. verandering
  • Wegen
  • Geld
  • Sterk leger
  • Eén taal

Slide 11 - Tekstslide


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)


  • Laatste koning weggejaagd | Lucius Tarquinius Superbus
  • 7e koning en 3e Etruskische
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.
  • Land zonder koning, bestuurd door een of meer gekozen leiders

Slide 12 - Tekstslide

De Romeinse Republiek

  • Wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). (rijke Romeinen)
  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: Consuls
  • Consuls voerden advies senaat uit, waren het machtigst
  • konden ook besluit tegenhouden en waren leider van leger
  • Volksvergadering: alle staatsburgers

Slide 13 - Tekstslide

Julius Caesar
  • Legerleiders steeds belangrijker
  • Caesar grijpt de macht
  • In 48 v.C. alleenheerser en verloor de senaat zijn macht
  • Daarom in 44 v.C. door leden van de senaat vermoord
  • Caesar's geadopteerde zoon versloeg de moordenaars
  • In 27 v.C. Augustus alle macht
  • Noemde zich ''Caesar''; NL: Keizer
  • Keizerrijk!
  • Land waar een Keizer de macht heeft

Slide 14 - Tekstslide

Onder Augustus
  • Vanuit Rome werd het hele Rijk bestuurd
  • Centralisme
  • Opperbevelhebber van het leger
  • Periode van rust en vrede van 200 jaar
  • Wegen, bruggen, handel en welvaart
  • Na Augustus vele keizers
  • In West-Europa kwam dit rond 500 n.C. ten einde 

Slide 15 - Tekstslide

Tot zover
Vanaf Augustus een Keizerrijk

Slide 16 - Tekstslide

De Grieks-Romeinse cultuur
  • Romeinen bewonderden de Griekse cultuur
  • Gingen tempels namaken en goden overnemen
  • Ook Griekse gewoontes: het gebruik van olijfolie en het nemen van een warmwaterbad.
  • Romeinse gewoontes: paardenrennen en gladiatorenspelen
  • Door de Keizer, voor het volk
  • Voedsel voor de armen door de Keizer; aquaducten
  • Keizer werd vereerd als een god
  • Deze culturen mengden zich

Slide 17 - Tekstslide

Welke kenmerken passen bij het Romeinse Rijk? 
Het zijn er vijf in totaal. 
Romeinse Rijk
democratisch stelsel
elk gebied een eigen cultuur
Germaanse cultuur
een groot sterk leger
twee koningen
geld als ruilmiddel
oligarchie
centrum van bestuur
jager-verzamelaars
centrum van handel
Olympische spelen
koloniën
goede infrastructuur
Carthago als hoofdstad

Slide 18 - Sleepvraag

Het christendom
  • Het christendom heeft vijf kenmerken:
  1. Het eerste is dat christenen geloven in één god.
  2. Een tweede is dat de verhalen over Jezus en zijn ideeën in het heilige boek van de christenen staan: de Bijbel.
  3. Een derde kenmerk is dat christenen zich houden aan tien leefregels, bijvoorbeeld niet stelen en niet liegen. Deze regels hebben de christenen overgenomen van de joden.
  4. Een vierde kenmerk is het geloof in eeuwig leven na de dood.
  5. Een vijfde kenmerk is dat christenen samenkomen in een gebouw om te bidden, de kerk.

Slide 19 - Tekstslide

De Romeinen en het christendom
  • In het Romeinse Rijk bekeerden steeds meer mensen zich tot het christendom. De christenen weigerden de Romeinse keizer als god te zien. Daarom werd het christendom verboden en worden de christenen gestraft.

  • Keizer Nero (regeerde tussen 54 en 68 n. Chr.) liet de christenen aan het kruis slaan, verbranden of voor de leeuwen gooien. Het had weinig effect. Steeds meer Romeinen werden christen.
  • Keizer Constantijn stond daarom in 313 het christendom toe. Hij liet kerken bouwen en ging zelf als christen leven.
  • Vanaf de 4e eeuw werden andere godsdiensten zelfs verboden. Het Romeinse Rijk was een christelijk rijk.

Slide 20 - Tekstslide