In de eerste periode van het schooljaar krijgt Jan voor het vak economie alleen maar schriftelijke overhoringen. Deze so-tjes hebben allemaal dezelfde weging (1). Hij haalt achtereenvolgens de volgende cijfers: 7,5 – 6,8 – 8,0 – 5,1
a Bereken welk cijfer Jan voor economie op zijn eerste rapport krijgt.
In de tweede periode krijgt Jan ook repetities. Deze repetities tellen 2× zo zwaar als so-tjes. Ze krijgen dus een weging 2. In periode 2 haalt hij de volgende cijfers: 3,8 (so) – 6,6 (rep) – 8,0 (rep) – 7,0 (so). De school werkt met een doorlopend gemiddelde, zodat ook de cijfers uit periode 1 gewoon meetellen.
b Bereken welk cijfer Jan voor economie op zijn tweede rapport krijgt.