4.1 en begin 4.2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

welkom

ga rustig zitten en pak je boeken er bij

leerdoelen

je kan uitleggen dat een zintuig niet alle prikkels doorgeeft.

je kan benoemen hoe je ogen zijn opgebouwd.

wat gaan we doen?

opening (5 min)

kort stukje herhalen plus nieuwe lesstof (10 min)

aan de slag (5 min)

nieuw stukje lesstof (10 min)

aan de slag (5 min zelfstandig 5 min klassikaal)

eigen tijd (5 min)

herhaling

Prikkels

uitwendige prikkel

inwendige prikkel

zintuigen

adequate prikkel

Verwerking impulsen -> reageren

in de afbeelding zie je het verloop van je telefoon op pakken.

1. je ziet eerst met je ogen je scherm oplichten. 

2. je ogen geven dit door aan je hersenen.

3.  je wordt je bewust van een melding en wil je telefoon pakken

4. er wordt een signaal naar je spieren gestuurd.

5. je spier zorgt er voor dat je telefoon wordt opgepakt.

van prikkel naar impuls

een prikkel wordt door je lichaam omgezet naar een impuls.

geeft een zintuig alle prikkels door?

nee...

Er is een drempelwaarde voor elk zintuig. hiermee wordt het volgende mee bedoelt.

als je een paar korreltjes suiker in je thee doet dan proefje dit niet. wel proef je de suiker als je een heel klontje in de thee doet.

drempelwaarde

zachte geluiden kunnen we vaak niet horen, al helemaal niet in een druk klaslokaal. Een vallende stoel hoor je wel altijd, dit komt doordat het geluid veel luider is.

gewenning

gelukkig hoor je het getik van een klok niet altijd. dit komt omdat je went aan het geluid. door dat je went aan het geluid hoor je het niet meer. Dit kan ook zo zijn met pijn 

motivatie

vaak als je je best voor iets doet dan gaat het beter dan wanneer je niet gemotiveerd bent. Als jij je heel erg focust op 1 zintuig zoals bijvoorbeeld het gehoor.. dan hoor je meer dan wanneer je je er niet op focust.

aan de slag

maak opdracht 10 t/m 12 blz 11

ben je klaar?

maak dan 3 t/m 5 op blz 13 

gebruik daarbij blz 105 van het tekstboek

4.2 zien en horen

het oog

oogspieren

• oogbollen zitten met spieren
vast aan de oogkassen.
• door de spieren kan je oog
alle kanten opdraaien
• oogkassen zijn opgevuld met
vetweefsel, dit vet vormt een
stootbuffer voor de oogbollen

ga aan de slag

maak opdracht 3 t/m 5 blz 13

Wat is een drempelwaarde?

1. De hoogste prikkel waarbij een zintuig reageert
2. De hoogste prikkel waarbij een zenuw reageert
3. De laagste prikkel waarbij een zintuig reageert
4. De laagste prikkel waarbij een zenuw reageert

Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?

1. Dat je jeuk hebt
2. Een zintuig
3. Informatie uit je omgeving
4. Een stok om mee te prikken

Een inwendige prikkel is

1. Geluid
2. Licht
3. Voelen van honger
4. Prikkel buiten het lichaam

Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht

Beschermt het oog tegen uitdroging

Verspreidt traanvocht over het oog

Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt

Produceert traanvocht

Ooglid

Traanklier

Traanvocht

Wenkbrauw

Wimper

Wat is een adequate prikkel?

1. De prikkel waar een zintuig niet op reageert
2. Een prikkel die steeds maar doorgaat.
3. De minimale sterkte van een prikkel
4. De prikkel waar een zintuig op reageert