Nederlands week 14_4H_les 2

Zalig zoenen
Ik weet welke schrijfdoelen er zijn
Ik kan het schrijfdoel uit de tekst afleiden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zalig zoenen
Ik weet welke schrijfdoelen er zijn
Ik kan het schrijfdoel uit de tekst afleiden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 4 - Open vraag

Wat is volgens jou het doel doel van de schrijver?
A
amuseren
B
informeren
C
opiniëren
D
overtuigen

Slide 5 - Quizvraag

Met weke alinea begint deel 1 'Oorsprong'?

Slide 6 - Open vraag

Met welke alinea begint deel 2 'Culturele verschillen'?

Slide 7 - Open vraag

Met welke alinea begint deel 3 'Functies van zoenen'?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de functie van alinea 2
A
aanleiding
B
gevolg
C
verklaring
D
constatering

Slide 9 - Quizvraag

Citeer de zin uit alinea 4 waarbij de opmerkingen over de Finse stam en over de zoenrevolutie in Japan voorbeelden zijn.

Slide 10 - Open vraag

Welke vier redenen hebben dieren om elkaar te zoenen? Gebruik hiervoor alinea 5 en 6

Slide 11 - Open vraag

Welke van de vier redenen geldt ook voor mensen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Citeer een zinsgedeelte uit alinea 8 waaruit de betekenis van 'de vonk verdween' duidelijk wordt.

Slide 13 - Open vraag

Welk verschil tussen mannen en vrouwen komt in alinea 10 naar voren?

Slide 14 - Open vraag

Waardoor wordt dat verschil veroorzaakt, denken onderzoekers?

Slide 15 - Open vraag

Deze tekst geeft antwoord op een vraag die niet duidelijk in de tekst wordt gesteld. Welke?

Slide 16 - Open vraag