Bs 7 + 8 Aanpassingen bij dieren en planten

• Biologie
• Middelbare school
• Voortgezet speciaal onderwijs
• havo
• Leerroute H
• Leerjaar 2,3

Thema 6 - ecologie

Basisstof 7 - aanpassingen bij dieren
Basisstof 8 - aanpassingen bij planten

Lesdoelen:

1.  Je kunt toelichten door welke factoren een populatiegrootte kan schommelen;
2.  Je kunt een optimumkromme aflezen;
3.  Je kunt uitleggen hoe successie verloopt;
4.  Je kunt aanpassingen van dieren aan hun biotoop toelichten;
5.  Je kunt aanpassingen van planten aan hun biotoop toelichten.

Vandaag:

• Bespreken huiswerk basisstof 5 en 6
• Uitleg basisstof 7 en 8 (interactief)
• Zelfstandig werken

Hoe wil je vandaag het huiswerk bespreken?

Zelf nakijken (antwoorden worden op magister gezet)

Docent leest de goede antwoorden voor

Docent wijst leerlingen aan om antwoord voor te lezen

Leerlingen geven aan welke vragen uitgelegd/besproken moeten worden

Welke vragen bespreken?
(bv: 17.1)

Aanpassingen van dieren

Dieren hebben zich in de loop van tijd aangepast aan hun biotoop zodat ze de grootste overlevingskans hebben.

Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?

1. Landdieren
2. Waterdieren

Welke dieren hebben een zwaarder skelet?

1. Landdieren
2. Waterdieren

Een voorbeeld van een topganger is...

1. Een kat
2. Een beer
3. Een paard
4. Een mens

Welke stelling is juist?

1. De snavel van vogels zijn aangepast aan voedsel
2. A en C zijn juist
3. De poten van vogels zijn aanpast aan hun omgeving

Deze poten zijn van een....

1. steltloper
2. loopvogel
3. roofvogel
4. watervogel

Waterdieren

Landdieren

-Stevige botten
-Poten

Vogels

-Poten
-Snavels
-Veren

Vogels

Vogels

Aanpassingen bij planten

Droge omgeving/ Vochtige omgeving
-Waslaagje
-Huidmondjes
-Formaat bladeren

Licht
-Zonplanten en schaduwplanten
-Klimplanten

 

Hoe zijn planten aangepast?

Woestijnplanten hebben lange wortels, onder de grond vinden ze water.

Woestijnplanten hebben aanpassingen zodat ze zo weinig mogelijk water verdampen. 

• Kleine bladeren
• Waslaagje op de bladeren
• Haren of stekels tegen de zon

Aanpassingen bij waterplanten

• Drijvende planten hebben huidmondjes aan de bovenkant
• Ondergedoken bladeren hebben geen huidmondjes
• Stengels zijn slap
• Stengels kunnen luchtkanalen bevatten

Schaduwplanten komen voor als bodembedekking

1. Juist
2. Onjuist

Zonplanten hebben weinig licht nodig

1. Juist
2. Onjuist

In een vochtig milieu hebben planten

1. grote bladeren, klein wortelstelsel
2. kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel

Lesdoelen:

1.  Je kunt toelichten door welke factoren een populatiegrootte kan schommelen;
2.  Je kunt een optimumkromme aflezen;
3.  Je kunt uitleggen hoe successie verloopt;
4.  Je kunt aanpassingen van dieren aan hun biotoop toelichten;
5.  Je kunt aanpassingen van planten aan hun biotoop toelichten.

Vandaag:

• Bespreken huiswerk basisstof 5 en 6
• Uitleg basisstof 7 en 8 (interactief)
• Zelfstandig werken: 23, 26