Schaalniveaus

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Schaalniveaus

Leerdoelen

• Je kent de 5 schaalniveaus die bij aardrijkskunde gebruikt worden. 
• Je kunt voorbeelden bij deze 5 schaalniveaus geven.

Schaalniveau

Schaalniveau = de grootte van het gebied waarnaar je kijkt

5 schaalniveaus:

5. Mondiaal

4. Continentaal

3 Nationaal

2. Regionaal

1. Lokaal

Schaalniveaus

Groot

...

...

...

...

...

Klein

Schaalniveaus

Elke kaart heeft een schaalniveau.

Hoe verder je uitzoomt hoe groter het gebied.

Hoe verder je inzoomt hoe kleiner het gebied.

Mondiaal

= de hele wereld.

Continentaal

= een werelddeel, bijvoorbeeld Europa.

Nationaal

= een land, bijvoorbeeld Nederland.

Regionaal

= een gebied, bijvoorbeeld Groningen.

Lokaal

= een plaats, bijvoorbeeld Stadskanaal.

Continentaal

Mondiaal

Regionaal

Nationaal

Lokaal

Hoe lees je een kaart?

Welke vier onderdelen staan er op een goede kaart?

1. Titel
2. Legenda
3. Noordpijl
4. Schaal
   

Schaal berekenen

• Hoe bereken je de schaal van een kaart?

• 1 cm op de kaart is ....... in het echt!

• Ezelsbruggetje: De komma schuift altijd vijf plekken op naar links!
  

Omrekenen van cm naar km

Oefenen met schaal rekenen

1. ).   1 : 600.000 hoeveel is dan 6 cm op de kaart in het echt?
2. ).   1 : 15.000.000 hoeveel is dan 3 cm op de kaart in het echt?
3. ).   1 : 3.500.000 hoeveel is dan 9 cm op de kaart in het echt?
4. ).    1 : 250.000 hoeveel is dan 15 cm op de kaart in het echt?
   
   

Antwoorden

1. 1 : 600.000 dus 6 cm : 3.600.000 cm
2. 1 : 15.000.000 dus 3 cm : 45.000.000.000 cm
3. 1 : 3.500.000 dus 9 cm : 31.500.000 cm
4. 1 : 250.000 dus 15 cm : 3.750.000 cm
5. Vergeet niet om te rekenen naar kilometers, denk aan ezelsbruggetje!