1.1.1 Je kunt met een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring.
1.1.2 Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten.
1.1.3 Je kunt uitleggen dat de stroomsterkte in een serieschakeling op alle plaatsen even groot is.
1.1.5 Je kunt berekeningen uitvoeren met de verschillende stroomsterktes in een parallelschakeling.