Om de regels voor de tussenletters in samenstellingen goed toe te passen, moet je de meervoudsvormen van woorden kennen.
Slide 9 - Tekstslide
TUSSENLETTERS -en-
Een samenstelling krijgt een tussenletter -(e)n- als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat in het meervoud eindigt op -(e)n- en niet op -s
Als het eerste gedeelte verwijst naar een persoon of zaak die uniek is. Voorbeeld: zonneschijn (er is maar 1 zon) Voorbeeld: Koninginnedag (maar 1 koningin)