IB SP Unit 6 vergelijken

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

¡Hola!
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Objetivos de hoy

  • Describir y comparar cosas y personas.

Eind van de les kan jij...
...2 dingen of personen vergelijken.  

Slide 3 - Tekstslide

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿De dónde eres? Soy ...
¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 
berber, árabe, turco, francés, papiamento...)
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Quién es tu mejor amiga/o? Ella/El es (ze/hij is)...
¿Qué te gusta hacer? Me gusta ...
¿Cómo? Hoe?
¿Dónde? Waar?
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie

Slide 4 - Tekstslide

- Más ...bijvoegelijk naamwoord... que (vergroten)

- Menos ...bijvoegelijk naamwoord...que (verkleinen)

- ...tanto como... (net als)
- ...igual que... (net als)

- Mejor que... (beter dan)
- Peor que... (slechter dan)
Trappen van vergelijking

Slide 5 - Tekstslide

- El chocolate es más rico que el brócoli.



- El sambal es más picante que el tomate.
Más ...bijvoegelijk naamwoord... que (vergroten)
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

- El chocolate es menos sano que el brócoli.



- El chico es menos simpático que la chica.
Menos ...bijvoegelijk naamwoord... que (verkleinen)
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

- El plato mexicano es tan rico como el plato italiano.



- El plato mexicano me gusta tanto como el plato italiano
Tan...bijvoeglijk naamwoord...como (net zo ... als)
bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Tekstslide

- Este Instituto es el mejor en Den Haag.

- Esta clase es la peor del programa de clases.
El mejor y el peor

Slide 9 - Tekstslide

- Maak 10 zinnen met más/menos...que, tan...como
- Gebruik woorden uit je woordenlijst
- Op papier maken en inleveren eind van de les

Hier is de link naar deze les zodat je kunt zelfstandig werken:  https://lessonUp.app/invite/h/w45YTrS9YabxuycCK
¡A trabajar!

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf 5 van de 10 zinnen dat je gemaakt hebt.

Slide 11 - Open vraag

Ik kan 2 personen vergelijken
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

¡Gracias!
¡Adiós!

Slide 13 - Tekstslide