oefenen onderdelen bloedomloop
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Hoe heet de bloedcel bij 3 (enkelvoud)
Slide 7 - Open vraag
Hoe heet de bloedcel bij 4 (enkelvoud)
Slide 8 - Open vraag
Wat is 5?
Slide 9 - Open vraag
Hoe heet de bloedcel bij 1
(enkelvoud)
(enkelvoud)
Slide 10 - Open vraag
Hoe heet letter U ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 11 - Quizvraag
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 12 - Sleepvraag
Hoe heet letter Q ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet letter T ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet letter R ?
A
Longslagader
B
longader
C
holle ader
D
aorta
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heet letter S ?
A
Longslagader
B
longader
C
holle ader
D
aorta
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
4
C
3
D
2
Slide 17 - Quizvraag
In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten
welk punt geeft een kransslagader aan?
Slide 18 - Sleepvraag
Hoort nummer 1 bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop
Slide 19 - Quizvraag
Tot welke bloedsomloop hoort de onderste holle ader?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
Slide 20 - Quizvraag
Welk bloedvat is de slagader?
A
1
B
2
C
3
