Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
comparisons klas1
Comparisons
big
bigger
the biggest
COMPARISONS
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Comparisons
big
bigger
the biggest
COMPARISONS
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
uitleg over wat
comparisons
zijn en hoe je
comparisons
maakt
oefenen met
comparisons
Slide 2 - Tekstslide
Jouw doelen
Ik kan
comparisons
maken
Slide 3 - Tekstslide
Even terug naar wat je al kent
Als het goed is weet je van de Nederlands lessen (ook op de basisschool) wat zelfstandignaamwoorden, werkwoorden, en bijvoegelijknaamwoorden zijn...
Slide 4 - Tekstslide
Een zelfstandignaamwoord is een woord dat...
A
een handeling, proces of een toestand aanduidt
B
een ding, een zaak of een toestand aanduidt
Slide 5 - Quizvraag
Voorbeelden
Zelfstandignaamwoorden: meisje, New York, Tom, boek, etc
Werkwoorden: liggen, werken, zijn, etc
Slide 6 - Tekstslide
Een bijvoegelijknaamwoord is een woord dat informatie toevoegt over een...
A
werkwoord
B
zelfstandignaamwoord
C
bijwoord
Slide 7 - Quizvraag
Voorbeelden
een
lang
meisje, een
mooi
boek, een
belangrijk
onderwerp
Slide 8 - Tekstslide
Met die bijvoegelijknaamwoorden kunnen we vergelijkingen maken
een
langer
meisje, het
mooiste
boek, een
even belangrijk
onderwerp
Slide 9 - Tekstslide
Dat kan natuurlijk ook in het Engels
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Let's try this!
in the following five slides, write the comparative form of the adjective given
Slide 23 - Tekstslide
old
Slide 24 - Open vraag
happy
Slide 25 - Open vraag
good
Slide 26 - Open vraag
crowded
Slide 27 - Open vraag
simple
Slide 28 - Open vraag
En nog even
drie
superlative
vormen...
Slide 29 - Tekstslide
bad
Slide 30 - Open vraag
easy
Slide 31 - Open vraag
serious
Slide 32 - Open vraag
Dan nu zinnen invullen
- vul het antwoord in dat op de puntjes hoort
- lees goed de hele zin, in de zin zit de clue verstopt of je de
comparative form
of de
superlative form
moet gebruiken
Slide 33 - Tekstslide
(short) Joe is ... than Ed.
Slide 34 - Open vraag
(thin) Ed is the ...
Slide 35 - Open vraag
(colourful) Al has the ... clothes.
Slide 36 - Open vraag
(happy) Joe is ... than Ed.
Slide 37 - Open vraag
(good) Joe is the ....
Slide 38 - Open vraag
(energetic) Joe is ... than Ed.
Slide 39 - Open vraag
(bad) The weather is ... last year. It hasn't stopped raining for weeks again.
Slide 40 - Open vraag
That's it for now
als je googlet op "exercises comparisons" of "oefeningen comparisons" dan komt er een heleboel oefen materiaal tevoorschijn
Slide 41 - Tekstslide
Can you use adjectives to make comparisons?
A
Yes, I can.
B
No, I can't. I need some more help.
Slide 42 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
comparisons klas2
Juni 2020
- Les met
43 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
comparisons
November 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Vraagwoorden + comparisons
Mei 2022
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
comparisons
September 2022
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Unit 2,5 : Comparisons
Januari 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
comparisons
Januari 2021
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Comparisons
November 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Unit 4bd: trappen van vergelijking oefenen
Januari 2024
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1