4.1 Snelheid

Snelheid
Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Snelheid
Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan het verschil is tussen snelheid en gemiddelde snelheid uitleggen.
Ik ken de grootheid (gemiddelde) snelheid in combinatie met de juiste eenheden en symbolen.
Ik ken de grootheid afstand in combinatie met de juiste eenheden en symbolen.
Ik kan met de formule s = v * t de gemiddelde snelheid berekenen. (Hierbij gebruik ik de juiste grootheid- en eenheidsymbolen.)
Ik kan (heel snel) de snelheidseenheden km/u omrekenen in m/s en terug.

Slide 2 - Tekstslide

Onderzoek uitvoeren
onderzoek: snelheid
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Omrekenen

Slide 6 - Tekstslide

Omrekenen tijd

Slide 7 - Tekstslide

Geluidssnelheid
De snelheid van het geluid  in lucht is 343 meter per seconde of te wel m/s.

Dit is per tussenstof verschillend. 

Slide 8 - Tekstslide

Geluidssnelheid
Tussen het zien van bliksem en het horen van de donder zit 3 seconde.
Hoe ver is de bliksem van je vandaan?
s= v xt
s= 343 x 3= 1029 meter

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de standaardeenheid die hoort bij de geluidsnelheid?
A
m
B
m/s
C
s
D
km/h

Slide 10 - Quizvraag

Welke grootheid hoort er bij de eenheid meter?
A
afstand
B
snelheid
C
tijd
D
inhoud

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste formule om de snelheid te berekenen?
A
s=vt
B
v=ts
C
s=vt
D
v=ts

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste formule om de afstand te berekenen?
A
s=vt
B
v=ts
C
s=vt
D
v=ts

Slide 13 - Quizvraag

Geluidsnelheid in lucht is 343 m/s
tijd = 5 seconde
Wat is de afstand die het geluid aflegt?
A
68,6 m
B
1,8 km
C
1715 m
D
hiervoor heb je niet genoeg gegevens

Slide 14 - Quizvraag

Oefenen
M.N.V. 
§3.1 opdracht 20 t/m 23 

Slide 15 - Tekstslide

Snelheid
Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 16 - Tekstslide

6

Slide 17 - Video

00:37
Wat gebeurd er in de eerste 7 seconden met de snelheid?

Slide 18 - Open vraag

00:52
Over de eerste 300 meter doet Klejd Nuis 22,91 seconden. Wat is de gemiddelde snelheid in m/s?

Slide 19 - Open vraag

01:17
Het volgende hele rondje (400 m) doet hij in 24,27 seconden. Wat is de gemiddelde snelheid in km/h?

Slide 20 - Open vraag

01:42
Rondje 3 gaat in 25,20 seconden. Laat met een berekening zien of dit sneller of langzamer is dan het vorig rondje.

Slide 21 - Open vraag

02:09
Klejd Nuis reed de 1500 m in 1:40:17 bereken de gemiddelde snelheid van de hele race.

Slide 22 - Open vraag

02:17
Waarom spreek je van gemiddelde snelheid en niet van alleen snelheid?

Slide 23 - Open vraag

Snelheid heeft twee eenheden 
  • m/s (als s in meter is en t in seconden)
  • km/h (als s in km is en t in uren) 

Slide 24 - Tekstslide

Km/h naar m/s
1375 km/h, hoeveel meter legt Felix dan af per seconde?

Daar is een hele simpele
regel voor:
1375 km/h : 3,6 = 381,94 m/s

Slide 25 - Tekstslide

Reken om!

180 km/h = .. m/s
A
55,5 km/h
B
49,9 m/s
C
50 m/s
D
50 km/h

Slide 26 - Quizvraag

Reken om!

0,25 m/s = ... km/h
A
0,9 km/h
B
0,9 m/s
C
1,0 m/s
D
0,99 m/s

Slide 27 - Quizvraag

Welke gaat sneller?
A
12 km/h
B
12 m/s
C
Even snel
D
Dat kan je niet zeggen

Slide 28 - Quizvraag

Een voertuig heeft in 1 uur en 10 minuten in totaal 30 km afgelegd.
Bereken de snelheid in km/h van het voertuig. (Rond af op 1 decimaal).

Slide 29 - Open vraag

Oefenen
Vorige vraag fout? maken opdracht 1 t/m 12 van oefenblad.
Vorige vraag goed? maken 8 van de 12 opdrachten van oefenblad.
M.N.V.  Oefenblad oefenen oefenen oefenen oefenen

Slide 30 - Tekstslide