Basisstof 5: Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Thema 9: Planten
Basisstof 5: Bestuiving, bevruchting en verspreiding
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 9: Planten
Basisstof 5: Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide


Slide 3 - Open vraag

Welke stoffen stromen door bastvaten? En in welke richting stromen die stoffen?
A
Water en mineralen stromen van de bladeren naar de wortels
B
Water en glucose stromen van de bladeren naar de wortels
C
Water en mineralen stromen van de wortels naar de bladeren
D
Water en glucose stromen van de wortels naar de bladeren

Slide 4 - Quizvraag


Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Omschrijven wat bestuiving is;
  • Kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen;
  • Beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden;
  • Uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de zaden worden verspreid.

Slide 6 - Tekstslide

Bestuiving
Als stuifmeel op de stempel van een bloem van dezelfde soort komt, is er bestuiving.
Bestuiving kan door:
  • Insecten (insectenbloemen)
  • Wind (windbloemen)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bestuiving
Insectenbloemen moeten insecten lokken voor de bestuiving.
  • Opvallend gekleurde kroonbladeren, nectar in de bloem
  • Stuifmeel is plakkerig

Windbloemen worden bestoven door de wind
  • Onopvallende kroonbladeren, geen nectar
  • Stuifmeel is licht en droog

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting
  • Na bestuiving groeit er een stuifmeelbuis uit de stuifmeelkorrel.
  • Als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel is er bevruchting.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Na de bevruchting
  • Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad met een kiem. Uit de kiem kan een kiemplantje ontstaan.
  • De kroonbladeren vallen af, de wand van het vruchtbeginsel wordt groter en dikker.
  • Het vruchtbeginsel wordt een vrucht met daarin zaden.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zaadverspreiding
Zaadverspreiding kan op verschillende manieren:
  • Door de wind (bijv. paardenbloem/esdoorn)
  • Door dieren (bijv. vruchten/plakkerig zaad)
  • Door de plant zelf (bijv. groot springzaad)

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 t/m 5 van thema 1  volgens de planner
Hoe: Fluisteren met je buur/groepje
Tijd: 15 minuten
Hulp: Kijk in je boek, vraag je buur of steek je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren (elo)
Uitkomst: Basisstof 1 t/m 5 van thema 1 zijn af

Slide 17 - Tekstslide


Slide 18 - Open vraag


Slide 19 - Open vraag


Slide 20 - Open vraag