In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welcome back!
Hope you enjoyed your holiday.
Recap grammar chapter 5
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van de present simple?
Slide 2 - Woordweb
wat weet je nog van de present continuous?
Slide 3 - Woordweb
Present simple
present continuous
she/he/it --> ww + (e)s
vaak/ nooit / regelmatig/feit
to be+ ww+ ing
nu op dit moment bezig
always
now
Slide 4 - Sleepvraag
present simple vs present continuous
Slide 5 - Tekstslide
Present simple vs present continuous
present simple
present continuous
tegenwoordige tijd:
he/she/it + ww + s
am/is/are + ww + ing (I am walking)
(wetenschappelijke) feiten, gewoontes & routines
- iets wat NU aan de gang is
- aangeven van irritatie
- I walk the dog every day
- Tom sometimes reads a book (gewoonte)
- Look! That man is making a painting
- She is sleeping right now
- That customer is always complaining
Slide 6 - Tekstslide
present simple vs. present continuous
Slide 7 - Tekstslide
Vul de juiste vorm in van de present simple of present continuous: Andy sometimes (read)comics.
Slide 8 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van de present simple of present continuous: We never (watch) TV in the morning.
Slide 9 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van de present simple of present continuous: Listen! Sandy (sing) in the bathroom.
Slide 10 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van de present simple of present continuous: My sister usually (help) in the kitchen.
Slide 11 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van de present simple of present continuous:
My mother (make) breakfast now.
Slide 12 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van de present simple of present continuous: They often (clean) the bathroom.
Slide 13 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van de present simple of present continuous: Look! The boys (come) home.
Slide 14 - Open vraag
logical consequence
Prediction
Spontaneous action
Timetable
Intention
Arrangement
I will take you to the train then.
Look at those clouds. It it going to rain soon!
It will rain.
I am going to see a film tomorrow.
I am seeing a doctor tonight.
The plane leaves at 9.15.
Slide 15 - Sleepvraag
Future in short
arrange-ment
Slide 16 - Tekstslide
The doctor called me today. I _________ him tomorrow.
A
will see
B
am seeing
C
am going to see
D
see
Slide 17 - Quizvraag
I'm sure I _________ the lottery.
A
am going to win
B
win
C
am winning
D
will win
Slide 18 - Quizvraag
There have been no customers for a while. I'm sure the shop ________
A
is going to close
B
closes
C
will close
D
is closing
Slide 19 - Quizvraag
Oh my god! Is that your secret? I promise I ________ anyone.
A
will not tell
B
am not going to tell
C
am not telling
D
won't tell
Slide 20 - Quizvraag
My sister and I _________ to the zoo next week.
A
are going to visit
B
are visiting
C
will visit
D
visit
Slide 21 - Quizvraag
The train _______ at 9.45 each morning.
A
is leaving
B
is going to leave
C
will leave
D
leaves
Slide 22 - Quizvraag
Do you understand the future tense now?
A
Yes
B
No
C
Maybe
D
I didn't pay attention
Slide 23 - Quizvraag
The (weglaten)
als je het hebt over leden van een groep : Australians are laid-back / The Australians are tough to beat at rugby (wel als het gaat over de groep als geheel)
niet na both, all en most
voor titels of wanneer iemand de enige is met een bepaalde functie. Prince Harry - Prime Minister
voor continenten-landen-plaatsnamen-straten-meren (Cambridge university)
Slide 24 - Tekstslide
Gebruik je the in de volgende zin: My grandmother likes ___ flowers I gave her yesterday very much.
A
wel
B
niet
Slide 25 - Quizvraag
Gebruik je the in de volgende zin: Alex always goes to school by ___ bus
A
wel
B
niet
Slide 26 - Quizvraag
Gebruik je the in de volgende zin: That is on ____ Godfried Road.
A
wel
B
niet
Slide 27 - Quizvraag
Gebruik je the in de volgende zin: ___ summer of 2009 was very hot.
A
wel
B
niet
Slide 28 - Quizvraag
Like and As (net als)
Like voor zelfstandige naamwoorden en persoonlijke voornaamwoorden
As voor bijzinnen en in combinatie met voorzetsels