4.6

Willkommen liebe Schüler! Woche 4.6
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Willkommen liebe Schüler! Woche 4.6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm dieser Stunde 

 1. Insta der Woche
2. Hausaufgaben aufschreiben
3. Formative Prüfung 
4. Fragen der Endmessung besprechen
5. Mini Aufgabe
5.  1,2,3 Wer es weiß ist dabei!
6. Lernzielcheck
Am Ende dieser Stunde ......

........ weiß ich welche Art Fragen ich bekommen kann während der Endmessung

.....habe ich diese Fragen geübt in einem Text

.....habe ich mindestens 10 neue Wörter aufgeschrieben



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

            Wortraten

Was bedeuten die Sätzen?
1. Millionen-Spende für angeschossene Jugendlichen
2. Ralph klingelte versehentlich an einer falscher Haustür
3. In den USA soll ein Schwarzer Teenager seine Brüder abholen, irrt sich aber in der Adresse - und wird dann vom Hausbesitzer niedergeschossen. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben aufschreiben
Leer de (hele) Wörterliste Periode 4 van Duits naar Nederlands

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formative Prüfung 
Formativer Test 5 Wörterliste 
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fragen der Endmessung 
Eure Endmessung findet statt am 5 jun – 11 jun
In de eindmeting zijn er zowel meerkeuze als openvragen

Vraag:

1. Geef van elke bewering aan of deze overeenkomt met de tekst. 
Kruis aan ‘wel’ of ‘niet’ in de uitwerkbijlage.

 Wat is een bewering? Wat is een overeenkomst?


2. Wat is de oorzaak van het feit dat......

Wat is een oorzaak? En wat is een feit?

3. 
Schrijf de letters van de zinnen van alinea 1 in de juiste volgorde achter de 
nummers .. tot en met .. in de uitwerkbijlage. 

Wat wordt hiermee bedoeld? Waar moet je op letten?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mini Aufgabe
Liest den folgenden Text auf Its Learning: Mini Aufgabe Woche 4.6
und beantwortet die Fragen auf dem nächsten Slide

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Geef van elke bewering aan of deze overeenkomt met de tekst. 
Kruis aan ‘wel’ of ‘niet’ in de uitwerkbijlage.
1. Das Mädchen ist gut in Mathematik
2. Ihr Lieblingsfach ist Sport
3. Das Mädchen macht viele Aussprachfehler auf Englisch 
4. Ihr bester Freund heißt Florian

________________________________________________

2. Wat is de oorzaak van het feit dat het meisje Biologie interessant vindt?

3.  Schrijf de letters van de zinnen van alinea 4 in de juiste volgorde achter de 
nummers 1 tot en met 3 
a) Eine in Deutsch und eine in Englisch.
b) Ich hoffe, ich bekomme eine gute Note.
c) Vor den Ferien schreiben wir noch zwei Schularbeiten


Slide 9 - Tekstslide

Lösungen: 

Aufgabe 1) 
Niet
Wel
Niet 
Niet

Aufgabe 2) 
Haar moeder is biologie docent en inspireert haar

Aufgabe 3) 
1 = c
2 = a
3 = b

1, 2 oder 3 wer es weiß ist dabei! 
Je krijgt drie verschillende Behauptungen (Stellingen) die te maken hebben met de woordenschat. 
Welke Behauptung is de juiste? Ga bij het juiste nummer staan, diegene met de meeste punten (of kaartjes) wint!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Behauptung:  Ein Bahnhof ist ein Gebäude, wo Einwohner sich einschreiben können für die Gemeinde
  2. Behauptung: Ein Bahnhof ist ein Ort, an dem Eisenbahn-Züge halten
  3. Behauptung: Ein Bahnhof ist eine Sehenswürdigkeit in Köln
  4. Antwort: Behauptung 2!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Behauptung:  Der Bundeskanzler ist der Chef oder die Chefin der deutschen Regierung
  2. Behauptung: Der Bundeskanzler ist der oberste Vertreter des Landes
  3. Behauptung: Der Bundeskanzler ist der Gesetzgebende Gewalt
  4. Antwort: Behauptung 1!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Behauptung: Ein Kaufhaus ist ein Geschäft, wo man nur Elektrogeräten oder Elektronik kaufen kann
  2. Behauptung: Ein Kaufhaus ist ein Haus, dass man gekauft hat
  3. Behauptung: Ein Kaufhaus ist großes Geschäft, in dem viele Waren angeboten werden
  4. Antwort: Behauptung 3!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1.  Behauptung: Unterlagen sind Klamotten die man unter dem Pulli oder Jacke anzieht
  2. Behauptung: Unterlagen sind Sammlungen von Daten, die gespeichert sind
  3. Behauptung: Unterlagen sind mehrere Schulabschlüsse
  4. Antwort: Behauptung 2!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Stellung: Het woord "Bremsen" betekent rijden
  2. Stellung: Het woord "Bremsen" betekent roeien
  3. Stellung: Het woord "Bremsen" betekent remmen
  4. Antwoord: Stellung 3!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Stellung: Het woord "Fahren"  betekent remmen
  2. Stellung: Het woord "Fahren" betekent rijden
  3. Het woord "Fahren" betekent fietsen
  4. Antwoord: Stellung 2!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Stellung:  Het woord  "Rathaus" betekent gemeentehuis
  2. Stellung: Het woord "Rathaus" betekent warenhuis
  3. Stellung: Het woord "Rathaus" betekent gebouw
  4. Antwoord: Stellung 1!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernzielcheck
........ weiß ich welche Art Fragen ich bekommen kann während der Endmessung

.....habe ich diese Fragen geübt in einem Text

.....habe ich mindestens 10 neue Wörter aufgeschrieben

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welche Art Fragen kannst bekommen während der Endmessung? (NL)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weißt du wie du auf diesen Fragen antworten sollst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Insta der Woche
Fährst du mit dem Bus zur Schule?

Wie lange bist du unterwegs?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies