2.3 Jodendom en Christendom

Tussentoets 
vrijdag 3 november 2023
tijdvak 1 t/m 3 (hoofdstuk 1 t/m 3)

1 lesuur

Nederlands woordenboek --> zelf meenemen! 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tussentoets 
vrijdag 3 november 2023
tijdvak 1 t/m 3 (hoofdstuk 1 t/m 3)

1 lesuur

Nederlands woordenboek --> zelf meenemen! 

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk 
Lezen paragraaf 2.4 Romeinen en Germanen
handboek bladzijdes 26 en 27 

Maken van paragraaf 2.4 vraag 2, 3, 4, 5, 6 en 12, opdrachtenboek bladzijdes 22 en 23

Slide 2 - Tekstslide

2.3 Jodendom en Christendom
Handboek bladzijdes 24 en 25 

Slide 3 - Tekstslide

HAVO 4
2.3 Jodendom en christendom
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe het jodendom zich ontwikkelde
- hoe het christendom ontstond
- hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.
KA: - de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling
In het Romeinse Rijk leefden veel verschillende culturen met hun eigen goden
  • Romeinse godsdienst is polytheïstisch
  • Openbare rituelen (offeren en feesten)
    - Staatsgoden (Jupiter, Juni, Mars, Minerva)
  • Later in het keizerrijk: je moet ook de keizer vereren
  • Door veroveringen komt men in contact met andere culturen en goden
  • Er was godsdienstige verdraagzaamheid, maar er waren grenzen.  

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

2.3 Jodendom en christendom
Centrum jodendom: tempel in Jeruzalem (Judea).
  • Judea werd veroverd door de Romeinen
  • Joden geloofden dat God een nieuwe koning zou sturen, de Messias
  • Joden zijn monotheïstisch, maar voor Romeinen was dat geen probleem
    - Joden moesten meer belasting betalen
    - Joden bekeerden niet
  • Toch kwamen Joden in opstand. 
  • Gevaar voor de veiligheid en stabiliteit van Romeinse Rijk 
  • Als straf werden zij verjaagd uit Judea, dat hernoemd wordt naar Palestina. 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2.3 Jodendom en christendom
Ontstaan van het Christendom
  • Volgelingen van Jezus van Nazareth (Messias)
  • Nadruk op hiernamaals en naastenliefde
  • Zoveel mogelijk mensen bekeren
  • Verlossingsleer: bevrijden van zonden --> hemel
  • Vooral voor kansarmen (vrouwen, slaven, armen) 
  • Jezus wordt ter dood veroordeeld. Zijn discipelen (leerlingen) verspreiden zijn leer --> mondelinge overdracht. Reizen 


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

2.3 Jodendom en christendom
Het christendom wordt staatsgodsdienst
Joden en christenen weken af --> geen verering staatsgoden.
Joden werden getolereerd. Christenen waren een bedreiging!
  • Ze probeerden anderen te bekeren (met succes).
  • Ze keuren Romeinse normen en waarden af (seksuele wellust en verheerlijking armoede).
  • Christenen verdienden de doodstraf omdat ze niet offerden voor de staatsgoden --> sterven als een martelaar.

Slide 12 - Tekstslide

Nero 
  • 54-68 na Chr. Keizer
  • Brand van Rome in 64 → zelf
opdracht voor gegeven, maar
Christenen kregen de schuld

  • Eerste christenvervolgingen

  • Martelingen

666

Slide 13 - Tekstslide

Christenvervolgingen was een 'volkssport'. Hier worden ze voor de leeuwen geworpen. 

Slide 14 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.

Slide 15 - Tekstslide

Noem twee redenen waarom het christendom in tegenstelling tot het jodendom verboden werd.

Slide 16 - Open vraag

2.3 Jodendom en christendom
In hoc signo vinces  'In dit teken zult gij overwinnen''
In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid.

 


 

  • In 380 maakte keizer Theodosius van het christendom de staatsgodsdienst --> 392 werden alle andere godsdiensten verboden (joden uitzondering).

Keizer Constantijn

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk 
Lezen paragraaf 2.3 Jodendom en Christendom
handboek bladzijdes 24 en 25

Maken van paragraaf 2.3 vraag 4, 6, 7, 8, 13 en 14
opdrachtenboek bladzijdes 20 en 21 

Slide 18 - Tekstslide