adjectifs qualificatifs

les adjectifs qualificatifs & les superlatifs
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les adjectifs qualificatifs & les superlatifs

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

plaats in de zin:

de bijvoeglijke naamwoorden staan achter
het zelfstandig naamwoord....
behalve:

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte les chaussures verts.
B
Elle porte les chaussures vert.
C
Elle porte les chaussures verte.
D
Elle porte les chaussures vertes.

Slide 7 - Quizvraag

wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Monique est très heureux
B
Monique est très heureus
C
Monique est très heureuse
D
Monique est très heureuxs

Slide 8 - Quizvraag

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Il a les cheveux ..........
A
grises
B
griss
C
grise
D
gris

Slide 9 - Quizvraag

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Marianne et Chantal sont deux filles.......
A
sportif
B
sportifs
C
sportives
D
sportife

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Il porte un jeans noire.
B
Il porte un jeans noir.
C
Il porte un jeans noirs.
D
Il porte un jeans noires.

Slide 11 - Quizvraag

OVERTREFFENDE TRAP

Slide 12 - Tekstslide

voorbeelden

Slide 13 - Tekstslide

Quelle phrase est correcte?
Het grootste meisje!
A
La plus grande fille!
B
Le plus grand fille!
C
La fille la plus grande!
D
La fille le plus grand!

Slide 14 - Quizvraag

Quelle phrase est correcte?
Het aardigste meisje!
A
La plus sympa fille!
B
Le plus sympa fille!
C
La fille plus sympa!
D
La fille la plus sympa!

Slide 15 - Quizvraag