3.4 De stedelijke cultuur van Nederland

H3 Regenten en vorsten
        §3.4 De stedelijke cultuur van Nederland
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 Regenten en vorsten
        §3.4 De stedelijke cultuur van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur

Slide 2 - Tekstslide


Leerdoel

In deze paragraaf leer je hoe de welvaart in Nederland
leidde tot een bloeiende cultuur

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

3.4 De stedelijke cultuur van Nederland
Welvaart en cultuur
De Republiek was anders dan andere landen...
 
- Weinig adel en geen vorst
- Katholicisme verboden
- Geen schilderijen in de kerk
 
>  kunst ging over dagelijks leven

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

3.4 De stedelijke cultuur van Nederland
Calvinistische invloed

- De Republiek had zich los gevochten van het katholieke Spanje
- De Republiek werd een christelijk land: calvinisme.
- Dit was de staatsgodsdienst.
 
Andere manieren van geloven werden gedoogd.

Slide 10 - Tekstslide

Kun je dit beantwoorden/uitleggen?

1. Waarin verschilde de kunst van de Republiek vergeleken met
    de rest van Europa?
2. Welk geloof was de staatsgodsdienst in de Republiek? 
3. Andere godsdiensten werden gedoogd, wat betekent dat?

Slide 11 - Tekstslide

Religieuze vrijheid
Er is meer religieuze vrijheid in de Republiek dan in andere Europese landen.

Wel gewetensvrijheid, maar geen godsdienstvrijheid. 

Staatsgodsdienst is het Calvinisme.
Alleen deze mensen kunnen belangrijke functies krijgen.

Rechten van andere geloven werden gedoogd (toegelaten). Er werden schuilkerken gebouwd.







Slide 12 - Tekstslide


Migranten naar de Republiek
Pushfactoren: armoede, oorlog en geloofsvervolging.
Pullfactoren: welvaart, veiligheid, werkgelegenheid, geloofsvrijheid.



Migranten waren positief voor de economie: ze namen kennis, kracht en aantallen mee.
Dus ze namen bijvoorbeeld kennis over lakens mee of namen zwaar werk over.


Slide 13 - Tekstslide

Nederland in de Gouden Eeuw;

Soberheid (eenvoud) door het _______ (1)
_______ (2) met veel geld (welvaart)

Bloeiende cultuur:
De kunst bloeide in de Nederlandse steden doordat rijke _______ (3) veel schilderijen lieten maken en ook veel schilderijen _______ (4).
De _______ (5) werd hierdoor het beroemdste/belangrijkste kenmerk van de stedelijke cultuur in Nederland, ondanks het feit dat de _______ (6) geen koning had om opdrachten te geven en ook de _______ (7) gaf weinig opdrachten tot het maken van kunst.
_______ (8) en _______ (9) bloeiden ook in de Gouden Eeuw

Slide 14 - Sleepvraag

Samenvatting: Welvaart en cultuur
Nederland in de Gouden Eeuw:
1. Soberheid (eenvoud) door het calvinisme (protestanten)
2. Rijke burgers met veel geld (welvaart)

Bloeiende cultuur:
- De kunst bloeide in de Nederlandse steden doordat rijke burgers veel schilderijen lieten maken en ook veel schilderijen kochten.
- De schilderkunst werd hierdoor het beroemdste/belangrijkste kenmerk van de stedelijke cultuur in Nederland, ondanks het feit dat de Republiek geen koning had om opdrachten te geven en ook de kerk gaf weinig opdrachten tot het maken van kunst.
- Literatuur en bouwkunst bloeiden ook in de Gouden Eeuw.






Slide 15 - Tekstslide