8.2 Bloed stroomt

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

H8.2 bloed stroomt

Bloedplasma

Bloedplaatje

Witte bloedcel

Rode bloedcel

Nodig voor verbranding

Over na verbranding

Zuurstof

Koolstofdioxide

Water

Energie

Glucose

Hoe heet het eiwit in de rode bloedcel dat zuurstof kan binden?

1. etter
2. fibrinogeen
3. bloedplaatjes
4. hemoglobine

Bloedplasma

1. vervoert afvalstoffen en voedingsstoffen
2. zorgt voor stolling
3. bevat hemoglobine
4. bestrijdt ziekteverwekkers

Wat is de functie van een bloedplaatje?

1. Aanvallen van ziekteverwekkers
2. Vervoeren van zuurstof
3. Bloedstolling
4. Vervoeren van voedingsstoffen, afvalstoffen e

Witte bloedcellen

1. vervoeren zuurstof
2. zorgen voor stolling
3. bevatten hemoglobine
4. bestrijden ziekteverwekkers

Wat kan een witte bloedcel?

1. Door de wand heen van een bloedvat
2. Bloed laten stollen
3. Zuurstof vervoeren

Welke type witte bloedcellen maakt antistoffen aan tegen bacteriën en ziekteverwekkers?

1. Type 1
2. Type 2

Glycogeen

Glucose

Welke soort bloedvaten heb je?

1. Slagaders

- voeren bloed van het hart af

- dikke gespierde wand, klopt met de hartslag

- alleen kleppen bij het begin (bij het hart)

- Bloed stroomt snel

Welke soort bloedvaten heb je?

1. Slagaders

2. Haarvaten

- vervoeren bloed door organen

- super dunne wand met kleine openingen

- geven stoffen af en nemen stoffen op

- bloed stroomt langzaam

Welke soort bloedvaten heb je?

1. Slagaders

2. Haarvaten

3. Aders

- voeren bloed naar het hart toe

- dunne, slappe wand

- hebben kleppen om terugstromen van bloed 

tegen te gaan

- bloed stroomt langzaam

Welke soort bloedvaten heb je?

Holle ader

Aorta

Hoe stroomt het bloed door je lichaam?

Kleine bloedsomloop:

Hart --> longen --> hart

Grote bloedsomloop:

Hart --> alle andere organen --> hart

Slagader

Haarvaten

Ader

Waar stroomt het bloed snel?

1. Slagader
2. Haarvaten
3. Ader

Waar zitten er kleppen?

1. Slagader
2. Haarvaten
3. Ader

Waar kan er stofwisseling plaatsvinden?

1. Slagader
2. Haarvaten
3. Ader

Welke heeft een dikke, gespierde wand?

1. Slagader
2. Haarvaten
3. Ader

Welke gaat van het hart naar het orgaan?

1. Slagader
2. Haarvaten
3. Ader

Maak opdracht 1 t/m 15 van 8.2

Klaar? Kies uit:

- Maak een samenvatting van H8.1

Samenvatten

Vat de uitleg in een paar zinnen samen, in je schrift.

Snap je alles? 

Wat vind je nog lastig? 

Wat moet je nog extra oefenen?