H7.1 Noord- en Zuid-Korea --> quiz

H7.1 Noord- en Zuid-Korea --> quiz
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

H7.1 Noord- en Zuid-Korea --> quiz

Slide 1 - Tekstslide

Wat past bij het stadsbeeld van Noord-Korea?
A
Drukke wegen
B
Verschillende kleurrijke winkels
C
Saaie gebouwen
D
Mensen dragen nieuwste mode

Slide 2 - Quizvraag

De levensverwachting is in
A
Noord-Korea 81 jaar Zuid-Korea 83 jaar
B
Noord-Korea 71 jaar Zuid-Korea 83 jaar
C
Noord-Korea 83 jaar Zuid-Korea 71 jaar
D
Noord-Korea 76 jaar Zuid-Korea 79 jaar

Slide 3 - Quizvraag

Er wonen meer mensen in de stad, in
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de betekenis van BNP?
A
Bruto Nederlands Product
B
Binnenlands Nieuw Product
C
Bruto Nationaal Product
D
Buitenlands Nieuw Procent

Slide 5 - Quizvraag

Wat houdt het BNP in?
Het geld dat...
A
alle inwoners ter wereld samen verdienen
B
alle inwoners in een land samen verdienen
C
mensen per persoon verdienen in een land
D
alleen de rijkste mensen in een land samen verdienen

Slide 6 - Quizvraag

Het bnp is ... x zo groot in Zuid-Korea ten opzichte van Noord-Korea
A
2
B
6.5
C
12
D
17.5

Slide 7 - Quizvraag

Analfabetisme is ...
A
Kunnen lezen en schrijven
B
Niet kunnen lezen
C
Niet kunnen schrijven
D
Niet kunnen lezen en schrijven

Slide 8 - Quizvraag

Welk land heeft een hoger analfabetisme
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent HDI
A
Human developing Income
B
Human development Index
C
High Development Index
D
Human Dominating Index

Slide 10 - Quizvraag

Het HDI bestaat uit
A
BNP/hoofd, geboortecijfer en levensverwachting
B
BNP/hoofd, analfabetisme en levensverwachting
C
BNP/hoofd, geboortecijfer sterftecijfer
D
analfabetisme, geboortecijfer sterftecijfer

Slide 11 - Quizvraag

Het demografisch transitiemodel
A
Geeft een overgang aan van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers.
B
Geeft een overgang aan van lage naar hoge geboorte- en sterftecijfers.
C
Geeft een transitie aan van een grote groei naar een kleine groei.
D
Geeft de sociale bevolkingsgroei weer.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe verder in het demografisch transitiemodel, hoe ... de economie
A
slechter
B
beter

Slide 13 - Quizvraag

Welke fase van het demografisch transitiemodel?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 14 - Quizvraag